Het Amerikaanse StoreONE heeft vorige maand een online poll doorgevoerd om te achterhalen wat Covid-19 voor klanten van datacenters betekent. De resultaten van deze peiling, met vooral Amerikaanse feedback, zijn informatief. Ze zullen deels kloppen met de eigen ervaringen hier in Nederland.
Weinig representatief
Wat StoreONE naar buiten heeft gebracht is nice to know, maar weinig representatief. 60 procent van de antwoorden komt van medewerkers van bedrijven in de VS. Daar is zoals bekend de impact van het Covid-19 virus veel heftiger dan in de Europese landen.
Helaas valt niet te achterhalen door hoeveel personen de poll is ingevuld. Met deze twee slagen om de arm resteert een momentopname die beschrijft hoe vooral Amerikaanse bedrijven die de IT in externe datacenters heeft staan door het virus en de lockdowns zijn geraakt.
Toegang tot datacenters
Een op de vijf respondenten geeft aan dat ze geen toegang meer tot de datacenters hebben. Een even grote groep zegt dat alleen de “critical” werk ter plekke mogelijk is. De overige 60 procent spreekt over restricties in uren, aantal werkzaamheden en toegelaten personen (zie ook link).
Omdat StoreONE een storage aanbieder is, gaan de meeste andere vragen over storage. Het bedrijf noteert dat een groot deel van de respondenten in datacenters (waar dat kon) moest zijn om harde schijven te vervangen, zonder dat aan alle voorwaarden van veilig te werken kon worden voldaan. Elke achtste respondent kon met de lockdown meermaals geen remote toegang krijgen voor onderhoudswerkzaamheden.
Budgetten onder druk
Bijzonder is dat slechts elke zesde respondent aangeeft dat niet in de budgetten voor IT is gesneden. Bij de rest is dat wel het geval. Zelfs tot meer dan 50 procent. Die getallen lijken niet overeen te komen met wat we in Nederland en de rest van Europa horen. Hier is door de Covid-19 lockdowns en het thuiswerken niet alleen in cloud licenties, maar juist ook in uitbreidingen in de datacenters geïnvesteerd.