Om de omzet en winst te laten groeien kijken IT leveranciers steeds vaker naar overnames. De scope daarbij is bijna altijd uitermate beperkt. Men koopt bij voorkeur een directe concurrent. Andere business is minder populair, maar is dat terecht?
ATOS en DXC
Begin januari maakte ATOS bekend het Amerikaanse DXC over te nemen. De Franse kolos had $10 miljard over voor het bedrijf. Het verhaal ging dat DXC zich zelf in de etalage had gezet. Er is ook een versie waarbij het bod van ATOS als onverwacht en ongevraagd is geclassificeerd. De jaaromzet van ruim $19 miljard was weliswaar hoog. De netto marge op de dienstverlening was te gering op te kunnen overleven.
Achter dat verhaal ging iets schuilt dat elke IT reseller en MSP zal kennen. Omvang en omzet zeggen niets over het nette rendement. Kleine bedrijven kunnen daarom veel gezonder zijn dan grote. Het overnemen van een grotere concurrent door een kleinere speler komt daarom ook vaker voor. Dat zou ook het scenario van de Frans-Amerikaanse deal zijn geweest.
Twijfel en tevredenheid
Het huwelijk is echter niet doorgegaan. DXC zegt dat het bod te laag was. ATOS heeft er verder weinig over verteld. Het aandeel DXC is na het nieuws en de presentatie van kwartaalcijfers ruim 10 procent goedkoper geworden. De markt twijfelt dus of het bedrijf in staat is zelfstandig te overleven.
Bij ATOS veerde de koers juist weer iets omhoog. Daar waren aandeelhouders schijnbaar tevreden dat er geen omzet met een gering marge bij de boedel kwam. ATOS mag groeien, maar het moet wel een gezond proces blijven.
Dit soort berichten zijn er wel vaker. De aankondiging van een overname of fusie die dan toch niet doorgaat. Partijen komen er dan achter dan 1+1 minder dan 2 wordt. Tegelijk blijft de druk van aandeelhouders en financiers vormen van samenwerking aan te gaan en zo tot een betere marge te komen hoog.
Andere groeistrategie
Er zijn ook ondernemingen die groei nastreven en daarbij een heel andere strategie hanteren. Het beste recent voorbeeld daarvan is Fujitsu. De Japanse gigant maakte op de laatste werkdag van 2020 bekend het afgelopen een shortlist te hebben opgesteld. Hierop staan 20 soorten bedrijven die het interessant vindt. Het zijn stuk voor stuk bedrijven die buiten de directe footprint van Fujitsu opereren.
Dat is met opzet gedaan. Fujitsu wil namelijk nieuwe kennis en expertise verkrijgen. Terwijl de corebusiness nu nog steeds erg op hardware is gebaseerd wil het meer doen met software en services. Om dat doel te realiseren heeft het ook een vast bedrag gereserveerd. Omgerekend $5,8 miljard moet voldoende zijn.
In de gaten houden
Aankondigingen over overnames en fusies in de gaten houden loont. Ten eerste omdat niet elke melding ook leidt tot een deal. Tweede reden is dat er ook andere ontwikkelingen zijn de voor de eigen business zeer interessant kunnen zijn.
De prijzen voor (M)SP’s zijn op dit moment erg hoog. Dat kan omdat in Nederland (en Europa?) iedereen nog steeds vergelijkbare omzet en business wil bijkopen om zo te groeien en de marge te verbeteren. Misschien is de Japanse methode om te groeien en meer omzet te halen zonder de hoofdprijs te betalen en met een langere termijnvisie inmiddels ook wel interessant genoeg.