De coronapandemie heeft grote gevolgen voor de manier van werken. ICT-dienstverlener hallo, heeft de handen vol aan het helpen van klanten met de inrichting van thuiswerkplekken. Zeker nu het thuiswerken voor veel Nederlanders structureel lijkt te worden.
Overgang
Wissink is in 2019 bij hallo, gekomen. hallo, is ontstaan uit een rebranding van het merk Tritel en Fieber. Deze bedrijven zijn in 2018 samengegaan met hulp van het in Amsterdam gevestigde Vortex Capital Partners. Vortex Capital is nog steeds een van de grote aandeelhouders van hallo,. Wissink heeft de ambitie om met het bedrijf een landelijk ICT-merk te bouwen voor het MKB. “We zien in de markt een aantal grote bedrijven en een heleboel kleine bedrijven die veelal lokaal gericht zijn. Wat we misten was een ‘go to’-brand. Een landelijke partij voor de gemiddelde MKB’er waar je niet alleen een product kunt kopen, maar ook informatie kunt vinden en waar je toegankelijke ICT-oplossingen kunt krijgen. We willen dus een landelijk merk opbouwen, maar wel met het MKB-gevoel. Dat wil zeggen: dichtbij de ondernemer en met een regionale vestigingen.”
Overnames
Sinds 2018 heeft het bedrijf een aantal partijen overgenomen, waaronder het in Lelystad gevestigde CompuTeam, LOKO automatisering in Zeewolde en Digisource in Barendrecht. “We houden ons niet alleen bezig met overnames. Onze primaire focus ligt op autonome groei, maar als we partijen kunnen overnemen die er goed voor staan en enorme groeicapaciteit hebben, dan doen we dat.”
Specialistische kennis
Voorheen stond hallo, vooral bekend als een telecombedrijf, maar met overnames zoals LOKO heeft het veel meer technische capaciteiten in huis, zoals Azure-specialisten, Windows Virtual Desktop, adoptie- en productivity consultants. “Het hebben van al die specialistische kennis in huis is een belangrijk verschil met de kleine lokale ICT-spelers”, aldus Wissink. “Ook zijn we met ons team beter in staat om de technologische ontwikkelingen bij te houden.” hallo, kiest er bewust niet voor om alleen vanuit een landelijk hoofdkantoor te opereren, met een centrale helpdesk de klant bedienen, maar meer dienstverlening vanuit regionale vestigingen. “We geloven dat je regionale aanwezigheid moet hebben om dichtbij de ondernemer te kunnen staan.”
Aandacht voor de klant
hallo, heeft een multivendor-strategie, gaat Wissink verder. “We hebben geen eigen platform maar we maken gebruik van producten en diensten van derden. Voorbeelden zijn KPN, Microsoft, Fortinet, Voiceworks, Eurofiber en ALSO Cloud. Dat heeft als voordeel dat we geen eigen producten hoeven te ontwikkelen maar ons volledig kunnen richten op de klant. Dat heeft ook voordelen voor de leverancier. Door onze schaalgrootte zijn we een belangrijke strategische partner voor partijen als KPN, Microsoft en Fortinet. Hierdoor krijgen we betere toegang tot producten. Daarnaast krijgen we eerder toegang tot producten en betere support.” Dat alles vertaalt zich in een hogere klanttevredenheid. Zo behaalde hallo, in 2019 een Net Promoter Score (NPS) van +61. “De diensten die wij en diverse andere partijen leveren zijn uiteindelijk maar commodity want die komen uit de koker van grote techbedrijven. Het gaat erom dat wij ervoor zorgen dat klanten die technologie kunnen gebruiken. Daarnaast moet je er voor de klant zijn, juist als het mis gaat.”
ICT is geen kostenpost
De uitdaging waar hallo, voor staat is het helpen van klanten zodat de technologie die zij kopen ook echt door medewerkers gebruikt gaat worden. Dus het helpen van bedrijven met het digitaal ondernemen. Alleen op die manier haalt de klant maximaal rendement uit de aangeschafte oplossing, zoals: inkomende telefoontjes koppelen aan je CRM-data, doorwerken aan een bestand op een ander device, het werken aan projecten met Teams en het automatiseren van eenvoudige handmatige klussen zoals facturen inboeken. “Wij zorgen ervoor dat ICT voor jou werkt en niet andersom. Als je dat niet doet, wordt ICT een kostenpost”, waarschuwt Wissink. “Zo kan ICT een value driver zijn. Als ICT een kostenpost wordt, dan doen wij ons werk niet goed. Dan hebben wij onvoldoende persoonlijke dienstverlening geleverd en onvoldoende persoonlijke connectie gemaakt met de klant om te begrijpen wat die klant echt nodig heeft om succesvol te zijn.”