De Amsterdamse Gemeenteraad heeft onlangs volmondig ingestemd met het streven om digitaal onafhankelijk te zijn van Amerikaanse Big Tech bedrijven en streeft er naar uiterlijk in 2030 eigen Europese oplossingen toe te passen, al dan niet met open source software.
Nederland
Het Nederlandse ASML en het Europese Airbus zijn welkome parels die het perspectief bevestigen dat Europa wel degelijk een relevante rol op ICT-vlak speelt. Dan is een effectief industriebeleid van de EU wel een vereiste en daarin kan Nederland een potentieel belangrijke rol op zich nemen.
Nederland is veelal goed in het voor zich uitschuiven van grote problemen, denk aan gaswinning en het toeslagendossier. Tevens zijn wij kundig in het decentraliseren van problemen naar gemeentes, bijvoorbeeld jeugdzorg en asielbeleid. Gemeente Amsterdam zoekt daarentegen werkbare oplossingen in grotere verbanden zoals samenwerking met andere Europese steden, met name Eurocities. De hoofdlijn in Nederland is echter ‘veel bezigheid, beperkte effectiviteit’.
De Nederlandse overheid steunt Europese samenwerkingsverbanden beleidsmatig en financieel, maar geld uitgeven en effectiviteit zijn verschillende dingen. Sinds de jaren tachtig besteedt Europa miljarden aan subsidie om ICT-bedrijven, uit verschillende lidstaten, te stimuleren om samen te werken aan pre-concurrentiele R&D. Echter, een rapport uit 2024 van de European Business Roundtable laat zien dat de groei van de Europese industrie de afgelopen jaren structureel achterblijft bij de VS. Ook China laat een aanzienlijk positiever beeld zien dan Europa.
Europa
De EU worstelt nog steeds met het vinden van een eigen weg tussen het Chinese en Amerikaanse industrie model. We reguleren Amerikaanse AI weliswaar op succesvolle wijze, maar dat is iets geheel anders dan diensten maken en geld verdienen.
Daarnaast is er een blinde vlek, het ontbreken van een grote interne markt. Op cruciale momenten geven nationale belangen toch een doorslag of zorgen, op zijn best, voor vertraging. Nederland kan hier wederom een voortrekkersrol op zich nemen, zoals we dat ook hebben gedaan met de BENELUX en de EEU. De tijd dringt echter. Europa loopt achter in zonnepanelen en batterijen.
Aansturing van hardware wordt meer en meer vanuit een bovenliggende, online software gedaan. EV’s worden ook wel telefoons op wielen genoemd. Op de recente Hannover Messe was het duidelijk dat ICT ook in traditionele hardware industrieën een steeds grotere rol gaat spelen.
Er wordt reikhalzend uitgekeken naar de bevindingen van Mario Draghi waarin de tekortkomingen van het beleid voor de Europese industrie worden blootgelegd en oplossingsrichtingen worden aangegeven. De rapportage van Enrico Letta op hetzelfde gebied is recent afgerond. Maar de vraag die overeind blijft staan, is wat het nieuwe Europese Parlement hier mee gaat doen. En of Thierry Breton zijn werk als pleitbezorger van de interne markt en digitalisering voort zal zetten in de nieuwe constellatie na de Europese verkiezingen. En ook hoe betrokken lidstaten zoals Nederland daar vervolgens mee omgaan dan wel een uitzonderingspositie voor zichzelf bedingen.
Hierin zal de trans-Atlantische samenwerking en de daarmee samenhangende handelspolitiek een plaats dienen te krijgen. Naast China en de VS zullen ook Taiwan, Japan en Zuid-Korea ingeweven moeten worden. Op korte termijn dringt echter tevens de productiecapaciteit van de defensie-industrieën evenals de effectiviteit van de hardware met AI/ICT. Dit zijn voorname aandachtspunten voor de Europese Unie en voor Nederland op het mondiale ICT-schaakbord.
Slotwoord
Nu heeft Europa zich historisch altijd succesvol getoond stappen voorwaarts te maken op de cruciale momenten in haar bestaan. Met deze geruststellende gedachte kijken wij vol vertrouwen naar de toekomst waarin Nederland een voortrekkersrol op digitaal vlak in Europa op zich neemt.
Drs. Dick van Schooneveld MBA
Drs. Kees Mulder MBA (lead auteur)