Het Europese Parlement (EP) heeft vorige week ingestemd met een voorstel voor een universele oplader voor draagbare elektronische apparaten. USB-C is daarmee nu de norm voor opladers. Het doel is versnippering van de markt voorkomen, milieuverspilling verminderen, het gemak van de consument waarborgen en lock-in’s vermijden. Dit meldt de nieuwssite van het EP.
De Commissie Interne Markt en Consumentenbescherming van het Europees Parlement heeft de (herziene) richtlijn afgelopen week aangenomen. Het gevolg is dat apparatuur oplaadbaar moet zijn via een kabel met een USB Type-C-poort, ongeacht de fabrikant. Dat betekent dat consumenten maar één oplader nodig hebben voor kleine en middelgrote elektronische gadgets. Het gaat om mobiele telefoons, tablets, digitale camera’s, koptelefoons en headsets, draagbare videogameconsoles en draagbare luidsprekers. Er komt een vrijstelling voor apparaten die te klein zijn voor een USB Type-C-poort, zoals smart watches, gezondheidstrackers en sommige sportuitrusting.
Duidelijke informatie
Het Europees Parlement wil ook dat nieuwe apparaten worden voorzien van duidelijke informatie en labels over de oplaadmogelijkheden en of een product een oplader bevat. Dit voorkomt verwarring en vereenvoudigt aankopen voor consumenten die verschillende apparaten bezitten en niet altijd extra opladers nodig hebben.
Draadloos opladen
Met het toenemende gebruik van draadloos opladen wil het EP dat de Europese Commissie tegen eind 2026 een strategie presenteert over de interoperabiliteit van nieuwe draadloze oplaadoplossingen.
Bron: Europees Parlement