De maatregelen om de verspreiding van Covid-19 tegen te gaan zorgen er voor dat we vaker de smartphone nodig hebben. Sommigen beweren dat we daar zo snel aan wennen dat we niet meer terug zullen gaan naar de manieren van communiceren, boodschappen doen en dergelijke van voor de crisis. Onderzoek van Deloitte, de Global Mobile Consumer Survey 2020, is reden die aanname in twijfel te trekken.
Voorsprong en Ervaring
De bevindingen van de Global Mobile Consumer Survey 2020 zijn handig, omdat het laat zien op welke vlakken de consument en thuiswerker in Nederland anders is dan die in het buitenland. Op het eerste gezicht is het bijvoorbeeld eigenaardig dat Nederland zo hoog scoort voor het thuiswerken. Het percentage is te lezen als een bewijs dat de oproep van huis uit te werken goed is opgevolgd en dat de semi-lockdowns effectief waren. Maar waarschijnlijker is dat het voor Nederlanders gewoon veel makkelijker was om van huis uit te werken. ITchannelPro heeft al eerder gewezen op de brede acceptatie van en ervaring met thuiswerken in Nederland, nog voor van Covid-19 sprake was. Het is dus een voorsprong in ervaring en kennis die uit de cijfers van Deloitte blijkt. Dat verklaart bijvoorbeeld ook waarom in de Nederlands deelnemers aan het onderzoek veel minder problemen met hardware meldden.
De smartphone
Het onderzoek gaat echter vooral om mobile. Over het smartphone gebruik, driect gerelateerd aan de Covid-19 maatregelen, zijn meerdere vragen gesteld. De bevindingen lijken zeer logisch en verklaarbaar. Het is ook een goed signaal dat in bijvoorbeeld Duitsland ander onderzoek het beeld bevestigd. Het gaat dan vooral om het belvolume. Door Covid-19 is men weer meer gaan bellen. Uit de cijfers van de telecomaanbieders komt dat nog niet zo sterk naar voren, maar het aantal belminuten van vaste en mobiele verbindingen is in veel landen toegenomen.
Deloitte heeft gevraagd waarom dat is en of het voor alle leeftijdsgroepen opgaat. Van de groep 18-24 jarigen geeft 31 procent aan meer van de smartphone gebruik te zijn gaan maken. Uit de vraagt kan niet worden afgeleid of dat is om mee te bellen of om apps te gebruiken. De andere rapportages en bronnen stellen dat beide meer gebruikt worden. Het intensievere smartphone gebruik in de groep 25-34 jarigen valt ook op.
Blijvend of tijdelijk?
De grote vraag is natuurlijk of het smartphone gedrag nu blijvend is veranderd of dat de pieken verdwijnen zodra de Covid-19 lockdowns voorbij zijn. Wat dat betreft zijn de antwoorden opmerkelijk. Voor elke activiteit waarvoor men numeer de smartphone gebruikt geldt dat de consument het als een tijdelijke oplossing ziet. Of het nu gaat om eten bestellen, via video kletsen met familie of bekenden dan wel vergaderen: zodra het weer mag wil men dat bij voorkeur weer fysiek doen.