Column Stephan Fuchs: weer aan de slag

stephan-fuchs_snomLieve lezers, ik hoop dat jullie allemaal hebben mogen genieten van een mooie zomer. Zoals dat gaat met columns, ben ik kort na de vakantie begonnen met schrijven en is het inmiddels herfst (hier lente!). Hopelijk zijn jullie allemaal uitgerust en hebben jullie van wat downtime of op z’n minst van het mooie weer kunnen genieten afgelopen zomer. Vakantie is voor mij een fantastisch privilege. Het privilege van tijd. Tijd om te denken, uit te rusten, te reflecteren en te genieten van je omgeving en/of je gezin. En tijd om te observeren.

Wij hebben ook een korte vakantie gehad en zijn voor de eerst keer in 20 jaar weer in Maleisië geweest. Prachtig te zien dat het land zich enorm heeft ontwikkeld. Kuala Lumpur was al een flinke stad in 2005, nu moet je moeite doen om een hotel te vinden met minder dan 20 verdiepingen. Ook buiten de steden straalt de welvaart je tegemoet: Stenen huizen met riolering, stroom en water en een functionerend OV netwerk zijn de standaard en men wringt zich niet meer in alle bochten om de toeristendollars binnen te hengelen. Zo vertrouwde een Grab chauffeur (lokale Uber variant) mij toe, recent een familie toeristen langs de snelweg naar de luchthaven te hebben opgepikt voor een riante ritprijs. Ze waren uit de vorige auto gezet wegens onbehoorlijk gedrag. Gewoon hup, aan de kant, eruit! Ik vind dat dubbel mooi: door yielding en ratings wordt het horkengedrag dubbel bestraft en het geeft een beeld van zelfvertrouwen en onafhankelijkheid. Net zoals “vintage” kleding- en schoenenwinkels in een shopping mall in down town KL. Mooi toch?

Over malls gesproken, pal naast bovengenoemde mall met voornamelijk mode en mooi maak gerelateerde zaken, staat Plaza Low Yat, een 6 verdiepingen tellend blok beton en glas, van onder tot boven gevuld met alles wat met IT en Telecom te maken heeft. Op iedere verdieping vind je minstens 12 reparatieshops en 6 shops waar je elke bedenkbare videokaart kunt kopen. En dat bracht mij op het vraagstuk wat nou beter is: Standaardisatie of onderscheidend zijn? Als klant vind ik standaardisatie namelijk heerlijk, vooral in mijn dagelijks leven. Hoe fijn is de Euro als betaalmiddel in Europa en hoe lekker zou het zijn als je Nederlandse stekkers in ieder land in het stopcontact zouden passen? Om maar niet te spreken van de autofabrikanten. Ik begrijp al niet dat een deel van onze planeet aan de verkeerde kant van de weg wil rijden, maar waarom moet in vredesnaam de richtingaanwijzer bij de ene auto links, en bij de andere auto rechts van het stuur zitten? Snappen de fabrikanten echt niet dat het mega frustrerend is als je door een drukke stad probeert te navigeren, het niet bijdraagt aan het “customer experience” van zowel de bestuurder als de medeweggebruikers als je weer eens je ruitenwissers laat wapperen i.p.v. aan te geven dat je van rijstrook wisselt? Spreek een standaard af!

Is een standaard in onze branche ook zo handig? Tot op een zekere hoogte denk ik van wel. Snom stond aan de bakermat van een nog steeds gebruikte standaard in communicatie: SIP. En een andere standaard is nog immer de norm voor bedrijfskritische communicatie: DECT. Maar tegelijkertijd onderscheiden we ons als Duitse fabrikant met hoge productiestandaarden en door te blijven investeren in lokale contactpersonen. Wanneer je stug in on-premise PBX oplossingen blijft geloven, bewonder ik zowel je vasthoudendheid en vrees ik tegelijk voor de levensvatbaarheid van je bedrijf. Het recente nieuws over de collegae van NEC bewijst dat. Aan de andere kant heb ik mijn bedenkingen bij alle bedrijven die head-first in Teams duiken. In die mall zag je dat de shops die het druk hadden, veel tijd investeren in hun klant en zich min of meer specialiseren. Dit zijn allemaal kleine ondernemers die goed door hebben wat de kern is van ondernemen: Ken je klant en weet waar je over praat.

Inmiddels zit de vakantie er weer al lang weer op en ben ik volop aan de slag Down Under. Op huizenjacht en druk met het opbouwen van een channel voor Snom in Australië, Nieuw-Zeeland en een flink stuk van Oost-Azië. Volgende keer meer over Australië en of het nou echt allemaal zo anders is aan de onderkant van onze planeet.

Mobiele versie afsluiten