EU cijfers over internet op huishoudniveau bevestigen het beeld van een commodity. De meesten kunnen zich niet voorstellen dat sommigen het totaal niet gebruiken. Dat laten de cijfers ook zien
Eurostat, de instantie die alle statistische data uit de lidstaten combineert, houdt al jaren het gebruik van internet in de EU bij. Door harmonisatie van de vraagstelling levert elk land data op die het combineren en onderlig vergelijken mogelijk maakt. Dat klinkt als een detail, is het echter niet.
Het risico appels met peren te vergelijken is wat de output van deze instantie betreft gelijk nul. Probeer die score maar eens te halen als je de cijfers in persberichten van telco’s naast elkaar legt.
Maar het gaat hier niet over telco’s en hun kretologie, maar over het gebruik van internet in Europa. Als er iets opvalt dan is het wel dat de verschillen tussen steden, bebouwde gebieden en meer landelijke regio’s de laatste jaren behoorlijk is afgenomen. De tijd dat op het platteland internet tientallen (!) procentpunten minder werd gebruikt ligt ver achter ons en dat op EU schaal. Dus ook in de mooiste rustige gebieden van de nieuwste lidstaten is de kans zeer groot dat er internet wordt gebruikt.
In 2023 was het gemiddelde verschil tussen de drie categorieën al teruggelopen tot 10 procent. De cijfers uit 2024 laten een nog kleiner verschil zien. Je kunt daarom ondertussen wel zeggen dat nagenoeg iedereen die internet wil gebruiken dat doet.
Wat overblijft is een groep die internet niet wil of kan gebruiken. Die groep bestaat niet alleen uit personen die zich te oud voelen of zij die laaggeletterd zijn. Er is ook nog zoiets als het afwijzen van technologie.
Devices
De redenen internet links te laten liggen zal voor het IT kanaal minder interessant zijn dat te achterhalen hoe men online gaat. Dat mobiele devices, namelijk smartphones in verreweg de meeste gevallen daarvoor gebruikt worden zal niet verbazen. Tablets zijn voor 35 procent bewoners van steden het devices om online te gaan, terwijl dat in landelijke gebieden minder dan 25 procent is. Tablets zijn wat dat betreft een niche product geworden en dat zal niet verbazen. Als er ergens een echt en onverwacht groot verschil waarneembaar is, dan is dat bij het gebruik van laptops om mee online te gaan. Dat gebeurt in landelijke gebieden 15 procent minder dan elders.