Consumenten en bedrijven mogen vanaf volgend jaar hun eigen modems en routers aansluiten op het netwerk van hun telecomaanbieder. De ACM heeft over deze vrije modemkeuze nieuwe maatregelen opgesteld. De beleidsregel Handhaving Besluit Eindapparaten is inmiddels gepubliceerd.
De beleidsregel treedt zes maanden na publicatie in werking. Dit geeft de internetproviders de kans om de benodigde processen in te richten en informatievoorziening op orde te brengen. Eindgebruikers kunnen zo uiteindelijk hun eigen modems en routers kiezen en aansluiten.
Gevolgen voor kwaliteit en beveiliging
De ACM heeft bij het opstellen van de beleidsregel gekeken naar de mogelijke gevolgen voor onder meer de kwaliteit van het netwerk en beveiligingsaspecten. Er is uitvoerig overlegd met (markt)partijen. Ook is er gekeken naar andere landen, waaronder Duitsland. Daar is al langer sprake van vrije modemkeuze.
Keuzevrijheid zorgt voor innovatie
Sommige gebruikers sluiten graag hun eigen modem of router aan. Zo kunnen ze het beheer van persoonlijke gegevens en het gegevensverkeer van andere eindapparaten, zoals slimme apparaten, zelf controleren. De keuzevrijheid voor gebruikers zorgt er volgens de ACM voor dat de concurrentie en de innovatie op de markt van deze apparaten wordt gestimuleerd. Vrije keuze van modems en routers draagt bij aan lagere overstapdrempels voor consumenten. In veel gevallen kunnen zij namelijk hun eigen modem meenemen naar een nieuwe telecomaanbieder. De consument mag een eigen modem kiezen, maar mag ook het modem van de aanbieder gebruiken. De telecomaanbieder mag bij netwerkverstoringen die het gevolg zijn van ondeugdelijke apparatuur natuurlijk wel ingrijpen.
Bron: ACM