De Financial Times heeft van de ceo van Yahoo begrepen dat het bedrijf weer naar de beurs wil gaan. Die melding zal bij de jongere generaties niet tot reacties leiden. Iedereen ouder dan veertig zal zich afvragen of het een marketingtruc is of een serieus bericht.
Tijdens de fase dat internet alsmaar sneller groeide en daarna implodeerde is het voor Yahoo fout gegaan. Uiteindelijk is het door Verizon gekocht, maar dat heeft niet geleid tot het terugwinnen van marktaandeel of naamsbekendheid.
Dat laatste is wel een punt. In Nederland is de kans gering dat iemand spontaan Yahoo noemt als zoekmachine. In landen als Japan, Duitsland en natuurlijk Amerika is dat een ander verhaal. Vanuit die landen komen de meeste zoekopdrachten en daarmee ook business.
Die business is schijnbaar zo interessant dat Yahoo winst maakt en dat is een van de reden om een beursgang te overwegen. Opmerkelijk, want in Amerika is het maken van winst voor een IPO geen noodzaak, alles behalve dat. Een andere reden om de bezitsverhoudingen te veranderen noemt de ceo niet, maar iedereen weet dat het een rol speelt. Op dit moment is het bedrijf eigendom van een VC en die wil gewoon cashen. Daar is verder niets mis mee, maar het is wel iets om rekening mee te houden.
De vraag wat “het internet” er beter van wordt als Yahoo weer in handen komt van aandeelhouders is niet beantwoord. Dat geldt ook voor de vraag of en vooral hoe de business van deze online-dinosaurier kan groeien.
Omdat de presence van Yahoo op de Nederlandstalige markt zo gering is, zal het voor ons verder weinig uitmaken of het bedrijf wel of niet naar de beurs gaat. Het is meer een reminder, passend tijdens de zomerstilte, dat er best nog wel wat oude online merken zijn waarvan het afstoffen schijnbaar lonend is. De kans dat iemand in de lage landen Clubs van HetNet of Hyves weer tot leven brengt is overigens minimaal.