Hoe de restwarmte van datacenters kan worden benut is niet alleen in Nederland, maar ook Duitsland een onderwerp waar veel over te doen is. Het lijkt dat de buren voorlopen met de plannen voor wetgeving. Een deel van de sector is daar helemaal niet blij mee. Onderzoekers wijzen op weer andere punten.
Op dit moment wordt in Berlijn aan een ontwerp voor wetgeving voor datacenters gewerkt. Doel is verlaging van de energieverbruik, verplicht de restwarmte hergebruiken en nog wat “kleinere” maatregelen. Onder de streep moet de CO2 balans van de gebouwen substantieel naar beneden. Zoiets klinkt bekend, want zowel Den Haag als op EU niveau in Brussel gaan ook die kant uit.
PUE maximum
Met een schuin oog naar Berlijn kijken kan dus helpen om te begrijpen welke kant het uit kan gaan. De buren willen bijvoorbeeld als harde grens stellen dat de PUE van een “rechenzenter” maximaal 1,3 mag zijn. Een deel van de Duitse colo sector is daar tegen. Deze club stelt dat van een colo beheerder nooit kan worden verplicht kan worden, omdat het ook gaat om de hardware van zijn klanten. Dat argument is in Nederland ook al een paar keer voorbij gekomen. Wat dreigt onder te sneeuwen door de bezwaren van de Duitse colo’s– en dat is natuurlijk met opzet gedaan – is dat op dit moment de PUE rond de 1,55 ligt. Dat klinkt niet echt naar zeer efficiënt.
Waar men ook tegen ageert is de verplichting de restwarmte beter te benutten. 30 procent per 2024 en 40 procent in 2027 staat in het wetsvoorstel als harde ondergrens. Onmogelijk zeggen de colos. Men wijst – wederom zeer herkenbaar – om te beginnen naar lokale overheden als grootste hindernis. Die zouden voorkomen dat er buizen worden gelegd en dat de warmte zo vanuit de panden naar de warmtenetten kan stromen. Natuurlijk krijgen de nutsbedrijven ook een veeg uit de pan, want die stellen de verkeerde eisen.
Onderzoek
Het komt allemaal zeer bekend voor en toch is er in de Duitse discussie een opmerkelijk verschil waarneembaar. Dat is het signaal dat is gegeven door het team van Bytes2Heat, dat is een onderzoeksproject waarin de overheid, datacenters, toeleveranciers en beheerders van warmtenetten samenwerken.
Bytes2Heat loopt namelijk tegen een probleem aan dat wij in Nederland niet als zodanig hebben benoemd. De vraag “wat is een Rechenzenter” klinkt makkelijk, maar is dat helemaal niet. De Duitse term beschrijft zowel een rekencentrum, serverruimte als colo datacenter. Aangezien de wetgever die term gebruikt, moet voor het restwarmtevraagstuk dus naar meer worden gekeken dan alleen de colo datacenters.
50.000 gebouwen
Over hoeveel gebouwen het dan gaat weet men niet. Bytes2Heat schat in dat er 50.000 objecten in Duitsland onder de brede definitie vallen. Die moeten dus ook allemaal “iets nuttigs” gaan doen met hun restwarmte. Eerste horde die genomen moet worden is al die objecten in kaart brengen.
Hoe dat gaat gebeuren is minder interessant dan het stellen van de vraag wat de impact is van rekening moeten houden met 50.000 locaties in plaats van met 200+ (het aantal colos in Duitsland). Bytes2Heat vermoedt dat er in theorie een veel fijnmaziger aanbod van restwarmte kan komen dan tot nu toe is aangenomen. Restwarmte die ook wel eens veel vaker al echt in de bebouwde voorhanden zal zijn.
NIS2
Dat laatste punt maakt dit Duitse onderzoek echt interessant. Wie weet kunnen we ook in Nederland naar meer kijken dan alleen de colo’s die trouwens voornamelijk in de MRA of de randstad staan. Het zou sowieso ook een hele verdienste zijn als we in Nederland een manier vinden om het aantal ruimtes met IT hardware, die geen colo datacenter zijn, in kaart weten te brengen. Dat is niet alleen vanwege de restwarmte, maar bijvoorbeeld ook met het oog op NIS2 wel erg handig.