In de New York Times is een paar dagen terug een intrigerend artikel verschenen over de relatie tussen de Cobid-19 pandemie en de productiviteit. Tot verbazing van velen, ook van de schrijver van dat artikel, is er weinig veranderd.
Thuiswerken
Twee jaar terug was thuiswerken keiharde noodzaak. Naar kantoor gaan was amper nodig of mogelijk. In Nederland was de schok groot tot de regering dat “dwingende advies” communiceerde. De stap van bureau naar thuiskantoor was echter niet zo heel erg groot. Het grootste deel van de werknemers in Nederland heeft immers al jaren ervaring het thuiswerken.
In de buurlanden was dat wel een ander verhaal. Amerika, niet echt een buurland, maakte er helemaal een potje van. Als er een Westers land was, waarbij thuiswerken tot een stille revolutie heeft geleid is het wel in Amerika. Al snel bleek de stijl van leiding geven ongeschikt om met remote werken om te gaan. Een opvallend groot deel van de werknemers bleek niet in staat zelfstandig te werken.
Ontslag nemen
Toen het kwartje eenmaal viel, leverde dat direct weer andere problemen op. Nog tijdens de pandemie begonnen de verplichte thuiswerkers om zich heen te kijken. Dat leidde weer tot het nemen van ontslag. De economie in Amerika is daar harder door getroffen dan die in landen waar voor 2020 thuiswerken al gebruikelijk was.
Amerikaanse bedrijven worstelen nu met de vraag hoe ze aan personeel komen. Van de lokale hamburgerketens tot de multinationals in Silicon Valley is er een probleem. Dat probleem zorgt ervoor dat de werkdruk verder toeneemt, waardoor de kans op ontslag nemen eveneens stijgt.
Meer tools …
Terwijl dit steeds duidelijk wordt, kijkt men ook naar iets anders. De werknemer heeft sinds 2010 steeds meer tools tot zijn beschikking gekregen. Van laptop, via tablet en smartphone tot een hele berg slimme apps om het werken makkelijker te maken.
Met de pandemie zagen we een heel ander soort tools doorbreken. Zoom, MS Teams zijn de bekendste, maar zeker niet de enige. Eigenlijk zou je dus mogen verwachten dat sinds 2010 de productiviteit kon toenemen en dat er vanaf 2020 een versnelling had plaatsgevonden.
… maar niet productiever
Dat is dus niet het geval. Tussen 2010 en vorig jaar is de jaarlijkse gemiddelde productiviteit met 1 (één) procent toegenomen. Versnelling tijdens de pandemie tussen 2020 en ultimo 2021: iets meer dan dat. Tussen 1994 en 2004 (in die periode werden PC’s en de internetverbindingen op de werkvloer gemeengoed) was er sprake van een jaarlijkse gemiddelde groei van 3 procent.
De auteur van het artikel vraagt zich dan ook af of alle investeringen in slimme tools, apps, cloud diensten, AI en dergelijke nog wel te rechtvaardigen zijn. Een intrigerende vraag waarop het antwoord niet wordt gegeven.