Paul Wijngaard van TNO: “Nederland moet er met 6G vroeg bij zijn’

Nu 5G gestaag wordt uitgerold, begint het nadenken over de volgende generatie mobiele netwerktechnologie. Het is voor de overheid van belang dat het Nederlandse bedrijfsleven en de wetenschap meer invloed hebben op de ontwikkeling van 6G. Partnership Manager Paul Wijngaard van TNO vertelt aan ITchannelPRO hoe de aandacht voor netwerkinfrastructuur in R&D verder wordt vormgegeven binnen het programma Future Network Services (FNS).

Paul Wijngaard TNOBinnen TNO is Paul verantwoordelijk voor de ontwikkeling van partnerships in digitale innovatie gericht op netwerkinfrastructuur. Het is een van de vele gebieden die zijn aangemerkt als ‘sleuteltechnologie’, al is het later aan de lijst toegevoegd dan kunstmatige intelligentie en blockchain.

“Natuurlijk zijn het de operators die het netwerk leveren”, zegt Paul, die zelf al decennialang ervaring heeft op het gebied van de business development van netwerkinfrastructuren. “Maar hoe zorg je ervoor dat het echt van de grond komt? In 2021 hebben we een position paper uitgegeven over hoe een impuls te geven op het gebied van R&D op netwerktechnologie. Toen kwam ook het groeifonds om de hoek kijken. Dat is een prachtig instrument voor de financiering van een groot nationaal programma: Future Network Services.”

Paul is druk bezig met het opzetten van een in Nederland gevestigd consortium dat 6G uiteindelijk vanuit inhoudelijke en economische optiek vorm moeten gaan geven. Nu al zijn enkele grote partijen hierbij betrokken.

Gemiste kansen bij 4G en 5G

Dat Nederland dit zo belangrijk vindt, komt omdat we bij de ontwikkeling van de 4G en 5G mobiele netwerken een aantal kansen hebben laten liggen. Er is genoeg technologisch talent en een sterke chipsector, maar toch was er te veel afhankelijkheid van buitenlandse bedrijven en kennis. “Nu 5G min of meer is uitontwikkeld en vooral moet worden geïmplementeerd, kijken we verder naar de ontwikkeling van 6G”, zegt Paul. “We geven zo invulling aan de open digitale autonomie, in een geopolitieke realiteit die verandert.”

6G zit nog in de studiefase, en het team van Paul heeft zich daar ook meteen in vastgebeten. Wat kan Nederland bieden gezien de technologische kracht? Volgens Paul kan Nederland vooral veel doen bij de ontwikkeling van de benodigde antennetechnologie. “We hebben NXP op het gebied van het mobiele access-netwerk, en ook bijvoorbeeld een Ampeon in Nijmegen”, noemt hij. “Daaraan hangen partijen die sterk zijn bij het leveren van antennetechnologie. Denk aan Altrum RF, Aftron en Antenne Company. Dat vormt één van de hoekstenen van ons voorstel.”

Mogelijke applicaties 6G

Er wordt al druk nagedacht over mogelijke applicaties van 6G. Daarbij gaat het om toepassingen die niet of niet optimaal kunnen worden ondervangen met bestaande netwerktechnologieën. We weten nog weinig van 6G, maar al wel voldoende dat er hier en daar al ideeën zijn, zo zegt Paul. “Uiteraard hebben we het over nóg lagere latency, meer capaciteit en hogere datasnelheden”, zegt hij. “Maar ook over dat we meer frequenties kunnen inzetten. 6G moet gaan werken op 3,5GHz, maar ook op 8GHz en zelfs op de sub-terahertz-band.” Die nieuwe radiotechnologie wordt gekoppeld aan nieuwe corenetwerken, die door de inzet van AI-algoritmen zorgen voor optimale en betrouwbare netwerkconfiguraties om flexibel in te spelen op de nieuwe toepassingen op 6G.”

Een belangrijk kenmerk van 6G moet relaying worden: het idee dat een signaal wordt doorgegeven door ontvangers, waardoor je veel minder zenders nodig hebt. En ook moet 6G signalen door kunnen gaan geven via reflectie. “Het signaal gaat dan via een reflectiepunt langs obstakels heen, bijvoorbeeld een gebouw, in plaats van dat je een extra antenne moet gaan plaatsen”, noemt Paul. Door de focus op dergelijke toekomstige voordelen te leggen, moet de kracht van Nederlandse bedrijven naar voren komen. Zij kunnen immers de antennes en ontvangers gaan leveren in apparaten.

Lokalisatie met 6G

Maar wat kun je ermee, behalve dat 6G nóg sneller en efficiënter wordt dan 5G? Als voorbeeld noemt Paul lokalisatie: in 6G worden de nieuwe hoge radiofrequenties niet alleen gebruikt voor communicatie, maar ook voor radarwaarneming. “Neem verkeerslichten. Om te bepalen of er auto’s staan te wachten, worden nu nog lussen in de weg aangelegd”, zegt hij. “Maar lussen zijn duur, onderhoudsgevoelig en werken pas vanaf een bepaald gewicht.” Waarneming met 6G zou ál het verkeer mee kunnen nemen, waardoor de verkeersstromen in hele gemeenten kunnen worden geoptimaliseerd. “De requirement-fase gaat nu uit van een nauwkeurigheid van tussen de 5 en 10 centimeter, ruim voldoende voor een dergelijke toepassing.”

Er vroeg bij zijn en een lange adem hebben, dat is hoe TNO en het team van Paul te werk gaat. De eerste vruchten van een wereldwijd 6G-programma zullen immers op zijn vroegst pas rond 2030 zichtbaar worden. “Maar stel, je bent Phillips. Dan wil je nu al zichtbaarheid hebben welke richting het op gaat. We stimuleren op deze manier ook de werkgelegenheid in Nederland”, zegt Paul. De markt blijft volgens hem belangrijk. “Maar men dacht ook dat we altijd goedkoop gas uit Rusland konden halen. Natuurlijk kun je zaken met China blijven doen. Maar je wil geen afhankelijkheid, je wil balans in de handelsrelatie.”

Voor meer informatie zoek je contact met Paul Wijngaard via 06 221 252 20 of mail naar paul.wijngaard@tno.nl.

dit artikel verscheen eerder in ITchannelPRO magazine 01-2023

Mobiele versie afsluiten