Chipfabrikant Intel is in een rechtszaak in de Amerikaanse staat Texas veroordeeld tot betaling van schadevergoedingen ter hoogte van 2,2 miljard dollar wegens diverse patentschendingen. De jury wees daarmee een van de grootste schadevergoedingen toe die ooit in de VS zijn toegewezen bij patentschendingen.
De schadevergoeding valt toe aan VLSI, een vrij onbekende partij – volgens sommigen een patenttrol – die de patenten in 2019 overnam van het Nederlandse NXP en daarna de strijd met Intel aanbond. Volgens de advocaat van Intel gaat een deel van het geld naar NXP onder afspraken die het maakte met VLSI.
De zaak betrof patenten op chiptechnologie voor tijdelijke opslag van gegevens (cache geheugen) en de regulering van spanning. VLSI beschuldigde Intel ervan “opzettelijk blind” te zijn geweest voor het bestaan van de patenten op technologie die het concern toepast.
NXP kreeg de patenten initieel door overnames van SigmaTel en Freescale Semiconductor in respectievelijk 2010 en 2012vin handen.
Bron: ANP