NLconnect heeft twee Product Category Rules (PCR’S) gepubliceerd, voor actieve en passieve glasvezelproducten. Beide documenten bevatten rekenregels waarmee fabrikanten op een gestandaardiseerde manier de milieubelasting van veelgebruikte producten in de glasvezel- en telecomindustrie in kaart kunnen brengen. De PCR’s vormen een essentiële bouwsteen in de verdere verduurzaming van de digitale infrastructuur.
Brede groep
De PCR’s zijn van toepassing op een brede groep glasvezelproducten. Aan passieve zijde gaat het onder meer om kabels, ducts, closures, FTU’s en glasvezel-lades. De PCR voor actieve producten bestrijkt onder meer modems, routers, ONT’s en switches. De PCR’s zijn gepubliceerd op de website van NLconnect en zijn voor elke fabrikant, leverancier en telecompartij vrijelijk te gebruiken.
Milieubelasting gedurende de levenscyclus
Fabrikanten en leveranciers kunnen de rekenregels in de documenten toepassen op data uit eerdere of nieuw uit te voeren LevensCyclusAnalyses (LCA’s) van hun producten. Alle aspecten betreffende de milieubelasting gedurende de levenscyclus van een product komen hierbij aan bod: van grondstofwinning, productieprocessen, praktische levensduur, onderhoud en beheer, tot de sloop en afvalverwerking alsmede alle logistiek over de levensduur.
Reductie van scope 3 emissies door duurzaam inkopen met EPD’s
Met de PCR’s en LCA’s wordt het mogelijk om per product of productgroep een gestandaardiseerde Environmental Product Declaration (EPD) op te stellen. Zo’n EPD levert fabrikanten maar ook inkopers bij operators, aannemers en overheden goed zicht op de milieu-impact van materialen en producten die worden gebruikt in glasvezelnetwerken. Telecombedrijven kunnen hiermee beter grip krijgen op hun zogenaamde scope 3 emissies: het deel van de CO2-footprint dat wordt veroorzaakt door de gehele levenscyclus van alle producten die een bedrijf inkoopt.
Binnen het project van NLconnect zijn reeds EPD’s gemaakt voor ducts en kabels van Prysmian, een kabel van TKF, een duct van Amadys en Dura-Line, een glasvezelcassette van Legrand/Compose, een manhole/mof van Attema en een XGS-PON ONT van Genexis.
Aangescherpte Europese regels
NLconnect directeur Mathieu Andriessen: ‘Moderne 5G- en glasvezelnetwerken zijn gelukkig al erg energiezuinig en de digitale infrastructuur neemt slechts 0,22 procent van de totale Nederlandse CO2-footprint voor zijn rekening. Met de publicatie van de PCR’s beschikt onze industrie over een belangrijke standaard om onze emissies nog verder te verlagen. Met de PCR’s kunnen fabrikanten EPD’s laten maken en zo de ecologische voetafdruk van elk product aantonen. Daarmee wordt het mogelijk om via procurement te sturen op reductie van de emissies in scope 3.
Scope 3 is de indirecte uitstoot in de toeleveringsketen en vormt bij de meeste telecombedrijven de hoofdmoot van hun emissies. Reductie in scope 3 wordt steeds belangrijker. Vanwege de intrinsieke wens van veel partijen om verder te vergroenen, maar ook omdat de Europese regels voor energie-efficiëntie, corporate sustainability reporting en Corporate sustainability due diligence steeds scherper worden. Het is onze verwachting dat het gebruik van EPD’s in onze industrie daarom een grote vlucht zal nemen in de komende jaren’.
Nationale Milieudatabase
Om de PCR’s op te stellen heeft NLconnect gebruik gemaakt van de Bepalingsmethode Milieuprestatie Bouwwerken van de Stichting Nationale Milieudatabase (NMD). Ook zijn bruikbare elementen overgenomen van buitenlandse PCR’s van (andere) kabels en elektronische producten zoals van EPD Norge, Environdec en PEP Ecopassport.