NinjaOne, het platform voor geautomatiseerd endpoint management, is sinds vorige week beschikbaar op Google Cloud Marketplace. Gebruikers van Google Cloud kunnen nu snel en eenvoudig het cloud-native platform van NinjaOne inzetten om de meest lastige IT-werkzaamheden te automatiseren en de productiviteit van hun organisatie te verhogen.
Het aantal endpoints dat organisaties gebruiken groeit dramatisch. Het beheren en beveiligen van deze endpoints is traditioneel ingewikkeld en tijdrovend. Gemiddeld wordt slechts 68% van de apparaten van een organisatie beheerd door IT of hun externe leverancier. Meer dan de helft van de organisaties (54%) geeft aan een cyberaanval te hebben meegemaakt door onbekende, onbeheerde of slecht beheerde endpoints.
Het NinjaOne-platform automatiseert endpointbeheer, patching en backup op elke schaal om de werkzaamheden te vereenvoudigen, efficiëntie te verbeteren en de kosten voor IT-teams en MSP’s te verlagen. De beschikbaarheid van NinjaOne op Google Cloud Marketplace verbetert de toegang tot endpointzichtbaarheid, beveiliging en controle voor de miljoenen klanten van Google Cloud. Hierdoor kunnen klanten ook profiteren van terugbetaling op hun vastgelegde uitgaven bij aankopen via Google Cloud Marketplace.
“Door NinjaOne naar Google Cloud Marketplace te brengen, kunnen klanten het cloud-native platform van het bedrijf snel implementeren en beheren op de vertrouwde, wereldwijde infrastructuur van Google Cloud”, zegt Dai Vu, Managing Director, Marketplace & ISV GTM Programs bij Google Cloud. “NinjaOne kan veilig schalen en klanten ondersteunen die haar platform willen gebruiken om endpoint management te automatiseren.”
“Onze beschikbaarheid op Google Cloud Marketplace past in ons streven om IT-teams te helpen hun activiteiten te vereenvoudigen en hun productiviteit te verhogen”, zegt Rahul Hirani, Chief Product Officer bij NinjaOne. “Door NinjaOne-oplossingen naar Google Cloud-gebruikers te brengen, kunnen ze het beheer van hun endpoints sneller automatiseren en tijd en middelen vrijmaken om zich op meer strategische projecten te richten.”
(bron)