Lokale ondernemers en politici verkondigen al jaren dat Nederland uitblinkt in breedband. Meer dan 90 procent van de huishoudens heeft het en daarmee behoren we tot de wereldtop. Bijna niemand lijkt in de gaten te hebben dat huishoudens en bedrijven voor de komende slag slechte kaarten in handen hebben.
30Mbps, 100Mbps en 1Gbps
In opdracht van de Europese Commissie is in het najaar van 2020 onderzoek gedaan naar de breedband vooruitzichten voor de EU. Van elk van de landen is door een extern bureau in kaar gebracht hoeveel huishoudens er zijn en wat de omvang en aard van bedrijfsleven, publieke sector en onderwijs is. Vervolgens is voor elk van die groepen gekeken of ze nu al breedband kunnen krijgen en hebben en wat de kans op NGA (Next Generation Access) is.
Het onderzoek was voor alle landen hetzelfde en vond ook in dezelfde periode plaats. Daarmee is uitgesloten dat er appels met peren worden vergeleken. Verder is er sprake van definities die overal in de EU gelijk zijn.
Door alle cijfers onder elkaar te zetten is er een helder beeld van de situatie in de EU. Daarbij was eind 2020 de peildatum voor het bepalen van de adoptie van breedband tot 30Mbps, tot 100 Mbps en bandbreedte tot 1 Gbps. Die drie waardes zijn een politieke keuze. Ministers uit de EU hebben in 2017 aangegeven dat 30Mbps per ultimo voor iedereen in de EU beschikbaar moest zijn en de 1Gbps moet dat voor eind 2030 zijn. Die snelheden mogen overigens via fixed of wireless broadband gerealiseerd worden.
De score van Nederlands
De score van Nederland voor de 30Mbps als ondergrens voor alle huishoudens is zeer goed. We hebben dat doel behaald. Minder goed scoort Nederland voor het aansluiten van huishoudens op snelheden boven de 100 Mbps. De Europese afspraak dat dit aan het eind van 2020 voor 50% van de woningen moest gelden is niet nagekomen. Nederland scoort hier “low”. Voor onderwijs en “digital intensive” bedrijven is de kans op 1Gbps beter, daar scoren we “medium”. De kans op landelijke 5G dekking is volgens de onderzoekers voldoenden, maar niet uitstekend.
Een onvoldoende, twee keer een voldoende en slechts een keer goed. Dat zijn de rapportcijfers die Nederland kan laten zien. Er zijn landen (niet alleen het minilandje Malta) die het beter voor elkaar hebben.
Wet van de remmende voorsprong
Hoe dat komt staat beschreven in het onderzoek. Gebrek aan coördinatie tussen de verschillende overheidslagen en diensten werkt remmend staat als eerste genoemd. Op de tweede plaats staat het aantal huishoudens waar nu al FttP mogelijk is, is veel lager dan elders . (FttX ready is iets anders dan dat het gebruiken van de dienst!) Dat eerste punt van kritiek zal iedereen herkennen die wel eens een vergunning heeft aangevraagd.
Die lage FttP waarde heeft uitleg nodig. Waarschijnlijk speelt hier de wet van de remmende voorsprong een rol. Juist omdat Nederland er zo vroeg bij was met het uitrollen van Coax en xDSL tot achter de voordeur is het nu lastiger om die kastjes en meters infra te vervangen voor echt glas, het nieuwe breedband. De snelheden die uit de “oude” infra geperst kunnen worden zijn voor grote groepen gebruikers voldoende. In landen (denk aan Duitsland) waar hele gebieden tot voor kort op ISDN zaten is de stap voorwaarts in snelheid veel groter en daarmee is FttP daar makkelijker te verkopen.
Verglazing en Middenmoot
Het landelijke tempo van verglazing valt daarom tegen. De “concurrentie voordeel” met de andere lidstaten van de EU komt onder druk te staan. Als dit slakkentempo doorgaat zullen andere landen binnenkort kunnen claimen dat zij nu uitblinken in breedband en dat Nederland richting de middenmoot opschuift. Dat is een ontwikkeling die merkbare gevolgen gaat hebben voor het aantrekken van nieuwe tech bedrijven.
(het +200 pagina tellende onderzoek van de EC is hier te downloaden)