De automobielsector is een van de duidelijkste voorbeeld voor nearshoring, dat een globale trend is. Maar ook andere sectoren hebben zich hierop in te stellen. Offshoring is deels verleden tijd, nu volgt een fase van correctie in de vorm van nearshoring en dat biedt de nodige kansen.
Sinds de eeuwwisseling is in een steeds hoger tempo de productie verschoven van Amerika en West-Europa richting het Verre Oosten, in het bijzonder China. Lagere kosten en daardoor beter marges waren de enige redenen voor die verplaatsing. Pas later kwam er het argument bij dat het omwille van de politieke relaties wel goed was als Westerse onderneming in dat land een bijdrage te leveren aan de lokale werkgelegenheid.
Na minder dan vijftien jaar is het besef doorgedrongen dat dit niet de beste en verstandigste keuze is. De automobielsector in Europa is daar als eerste voorzichtig op gaan reageren. Delen van de productie van nieuwe onderdelen is ondergebracht bij bedrijven in de nieuwe EU lidstaten, maar ook in Oekraïne.
De IT sector is pas later in beweging gekomen en met de kennis van nu lijkt het erop dat de pandemie de echte eye-opener is geweest. Toen pas zag men de afhankelijkheid van een supply-chain verdeeld over drie of vier continenten. Handelspolitieke conflicten werden lange tijd genegeerd, maar dat werkt nu ook niet meer.
Minder in China
In een betrekkelijk korte periode, we spreken over de periode van vlak voor de pandemie tot en met nu, zijn er twee ontwikkelingen gestart die elke sector raken. De eerste ontwikkeling is het terugbrengen van de investeringen voor productiefaciliteiten in China. Dat geld wordt nu meer uitgegeven in de direct omringende landen. Vietnam groeit als kool en ook Thailand heeft geen reden tot klagen. Het uitblijven van bepaalde investeringen betekent dat de productie aanwezigheid in China eindig is. Na x jaren is er immers amper nog vraag naar componenten als er modernere versies zijn, die dan elders worden gemaakt.
Dichter bij huis
De tweede ontwikkeling is de combinatie van schaarste aan grondstoffen en de instabiele logistieke trajecten. Hierdoor wil en moet men dichter bij huis gaan produceren. Het liefst met gebruikmaking van wat hier anders op de afvalberg belandt.
Componenten – niet programmeurs
Bijna iedereen die over nearshoring praat voor de IT sector heeft het over de mensen. Te weinig wordt stil gestaan bij het feit dat het ook gaat over de componenten. Wat Brussel en de lidstaten van de EU afzonderlijk in de steigers zetten om tot meer hergebruik te komen is echt indrukwekkend. Het kan niet anders of dit gaat ook een flink aantal banen opleveren en een serieuze bijdrage aan het bruto nationaal product, big business dus. Alleen al hierom doet de IT sector goed naar die andere betekenis van nearshoring te kijken.