De Nederlandse overheid streeft al meer dan tien jaar zelf minder datacenters te beheren en gebruiken. Dat project is in de sector bekend als het Rijks Datacenter Consolidatie Plan. Kijkend naar het aantal locaties is die operatie succesvol. In Duitsland worstelt men nog behoorlijk met het vraagstuk.
Nederland had eind 2020 vijf “Rijks-datacenters” (bron). Drie daarvan zijn echt eigen gebouwen. In twee gevallen wordt ruimte gehuurd bij twee commerciële partijen. Een is formeel Amerikaans, de ander Nederlands. Die locaties gelden alleen voor de nationale overheid. Lagere overheden of bijzonder bestuursorganen kunnen nog over eigen datacenters of rekencentra beschikken. Het is ook goed mogelijk dat een deel van de IT is ondergebracht bij commerciële partijen.
Dat er verschil is tussen een datacenter en een rekencenter is wel belangrijk. In Nederland maakt men onderscheid tussen een gebouw waar men op commerciële basis vloerruimte huurt en vervolgens stroom, koeling en connectiviteit afneemt. Dat is het spraakgebruik een datacenter. Als het gaat om een eigen ruimte waar men de enige gebruiker van is wordt het begrip rekencenter gebruikt.
Status in Duitsland
Het verschil tussen DC en RC wordt in Duitsland deels anders gezien. Gemeenschappelijke IT ruimtes komen er veel meer voor. Dat is een van de redenen waarom het aantal RC daar zo hoog is. Verder wordt een inpandige of onpremise omgeving nog vaak RC genoemd. In Nederland spreken we dan van serverruimte.
Er is niet alleen verschil tussen Nederland en Duitsland als het gaat om de definities. Ook de stand van de datacenterconsolidatie door de overheid is er totaal anders. Dat blijkt uit een artikel van Der Spiegel van de laatste week van 2020. Een jourmalist zocht, met steun van het Bundestag lid Anke Domscheid-Berg uit hoe op federaal niveau het aantal DC’ en RC’s zich ontwikkelt. De conclusie wekt de nodige verbazing.
Als eerst doen er verschillende cijfers de ronde. Deels is dat door het mixen van de DC en RC definities. Deels komt het doordat de federale overheid op departementaal niveau behoorlijk autonoom lijkt te handelen. De aantallen die zijn losgepeuterd lopen uiteen van 107 tot 177.
Omdat in 2016 nog sprake was van 134 datacenterlocaties in gebruik bij de federale overheid zijn er dan ook maar twee conclusies mogelijk. De eerste is dat Berlijn geen goede inventarisatie heeft gemaakt. De tweede conclusie is dat in Duitsland het aantal datacenters van de overheid juist toeneemt.
Meer is niet per se slechter
De vraag die Der Spiegel niet beantwoordt is of meer datacenters per definitie slecht is. Er zijn meerdere scenario’s waarin meer datacenters juist een bewust doel is. Denk het upgraden van een RC naar een DC, maar ook meer redundantie en risicospreiding (heel actueel!).