De markt voor circulaire mobiele apparaten heeft de laatste jaren grote stappen gezet richting volwassenheid. Steeds meer bedrijven begeven zich in het markt voor refurbished gebruikte telefoons en in de politiek wordt beleid gevormd om de circulaire ICT verder vorm te geven. Er is nog wel een lange weg te gaan, blijkt tijdens de Circulaire IT Summit van ITchannelPRO.
Vanaf het begin van de discussie spatte het enthousiasme er vanaf. De markt voor circulaire apparaten smacht naar erkenning en ondersteuning. De eerste stelling tijdens de summit was ‘de Nederlandse markt is voornamelijk op nieuwe producten gericht’ en wordt door alle deelnemers herkend. Retailers, producenten en operators kiezen veelal voor nieuw devices en laten gebruikte en duurzame apparaten links liggen. Daar hebben ze hun redenen voor. “Iedereen weet wat de nieuwste iPhone kost”, zegt Eric Schoenmakers, CEO van leapp. “Dat maakt het een dankbaar referentieproduct waarmee ze mensen naar hun winkel kunnen halen. Het maakt hen bijna niet uit of je er winst of verlies op draait.”
Providers
Ook voor de providers geldt dat het apparaat op zichzelf niet belangrijk is: een nieuw toestel is een manier om de klantrelatie op te bouwen. “Sterker nog”, voegt Dennis Boerekamps, directeur van The New Wholesale Company, eraan toe, “ze werken er zeer actief aan mee door afspraken te maken met leveranciers.” Daar komt bij dat consumenten nog onbekend zijn met circulaire apparaten. “De verhouding van de aandacht voor circulair vergeleken met die voor het nieuwste van het nieuwste is natuurlijk totaal zoek”, zegt Schoenmakers.
Hoe dan ook worden consumenten nauwelijks aangemoedigd tot de aanschaf van gebruikte apparaat. “Via contracten bij hun operator of een ander kanaal kunnen ze iedere twee jaar een nieuw device krijgen”, zegt Toon Muller, Business Development Manager Trade In bij Tech Data. De stimulans zoals die in de autobranche ontbreekt, aldus de panelleden. “Begrijp me niet verkeerd: nieuw moet er zijn, het blijft de voedingsbodem van de markt, maar het blijft onevenwichtig”, zegt Schoenmakers.
Vicieuze cirkel doorbreken
Maar hoe doorbreek je dit? Dat moet volgens de deelnemers vanuit de overheid komen. “Je komt alleen uit deze vicieuze cirkel met een lager BTW-tarief”, zegt Jan-Willem van Dijk, Managing Partner bij Forza Refurbished. “Als dat zou gelden voor de refurbished markt, dan zou dat al een enorme impuls geven. Daardoor worden de prijsverschillen met nieuwe apparaten groter. Als het prijsverschil te klein is, blijven klanten nieuw kopen.”
Daarnaast is het belangrijk dat overheden de gebruikte apparaten gaan toelaten tot hun aanbestedingen. “Er is geen reden dat het niet kán, maar ze willen het niet”, zegt Jip van Asperen, partner bij iUsed en Swoop. “Ook een refurbished apparaat kun je managen, in mobile device management op zetten en er security policies op zetten. Ze horen het goede voorbeeld te geven.”
Ab Seghrouchni, Country Manager bij Recommerce, ziet in het buitenland voorbeelden van hoe ook kan. “In Frankrijk is er een decreet dat overheidsinstanties verplicht 20 procent van hun apparatuur uit hergebruik te halen. Daar komt een keihard signaal van de overheid om refurbished te stimuleren. Dat kan natuurlijk ook in Nederland.” Muller vindt dat lokale overheden bijvoorbeeld scholen moeten ondersteunen en stimuleren om refurbished toestellen in te zetten.
Europees keurmerk
Het in contact komen met de overheid is ook een van de belangrijkste doelstellingen van het Keurmerk Refurbished, dat door Techniek Nederland met verschillende leveranciers is opgezet (zie kader). Maar, zo zegt Van Dijk, er is nog veel werk aan de winkel om door te dringen tot de politiek. “Op Europees niveau heb je EUREFAS, de vereniging voor refurbished, die gemeenschappelijke belangen en standpunten van de hele industrie definieert en bepleit, waaronder uniformiteit in heel Europa”, zegt Seghrouchni. “Nu zie je in alle landen dat ze een eigen keurmerk creëren.” Het Nederlandse keurmerk, zo zegt Van Dijk, ziet een samenwerking met EUREFAS in ieder geval wel zitten.
Als het om fabrikanten gaat, zijn de verschillen groot. Wie de markt voor refurbished apparaten gaat, zal weinig Android-toestellen vinden. De concurrentie met goedkope nieuwe apparaten is niet te doen. “Samsung heeft 17 modellen onder de prijs van de goedkoopste iPhone”, zegt Boerekamp. “Die verkopen extreem goed, maar ze zijn wel allemaal nieuw met een aanzienlijke CO2 footprint. Geen van deze goedkope smartphones wordt gerefurbished omdat het niet financieel niet uit kan. Ze gaan nog geen jaar mee, maar dat maakt niet uit als ze toch maar 79 euro kosten.” Ook Muller ziet het. “Van de devices die we terugnemen is 80 procent Apple en misschien 15 procent Samsung. De rest is verwaarloosbaar.”
Apple vs. Android
Het is in de refurbished markt dus Apple dat de klok slaat. “Apple beweegt actief mee met duurzaamheid”, zegt Bram Wingens, CEO van Renewd. “Als je een iPhone koopt, kom je er niet onderuit om het oude toestel in te leveren. Ook werkt Apple actief mee om de apparaten terug naar de markt te brengen en is er een financial services-model, waardoor de toestellen ook na een lease worden ingenomen.” Van Asperen stelt daar wel tegenover dat Apple moeilijker doet over Right to Repair. “Voor derden is het extreem moeilijk om reserveonderdelen te krijgen. De ondersteuning op Apple-toestellen is ook het langst.”
Het beeld bestaat dat smartphones niet lang genoeg meegaan, maar dat is volgens Van Dijk niet zo. “De stelling dat smartphones maar kort meegaan, klopt gewoon niet”, zegt hij. “Een iPhone uit 2016 wordt nog steeds ondersteund. En ook na ondersteuning kan hij nog makkelijk 2 jaar mee.” Wingens voegt daaraan toe dat 10 procent van de afgeschreven iPhones wordt weggedaan door cosmetische mankementen en niet vanwege technische problemen. De ‘tienjarige smartphone’, een Duits initiatief in Europa waarbij wordt gelobbyd om de levensduur van smartphones te rekken, is er dus eigenlijk al. Althans, als het gaat om Apple-apparaten. “Android laat echt de andere kant van de markt zien”, zegt Schoenmakers.
Niet modulair genoeg
In de media wordt ook nogal eens geschreven dat telefoons vandaag de dag niet modulair genoeg zijn. Zelfs de accu is niet meer eenvoudig vervangbaar. Logischerwijs komt dat de levensduur niet ten goede. Maar volgens het panel zijn die klachten ongegrond en maakt het voor de circulariteit niets uit. “De meeste smartphones overleven de duur van een goede accu niet meer”, zegt Boerekamp. “Je hebt het bijvoorbeeld ook over waterdichtheid en veiligheid”, noemt Wingens. “Veel filmpjes van ontploffende iPhones die circuleren, komen eruit voort dat iemand een goedkope accu in de telefoon probeert te plaatsen. Je moet de veiligheid kunnen waarborgen.”
De productie van modulaire apparaten is op zich toch wel een concept dat de circulariteit ten goede kan komen, vindt Seghrouchni. “Er zijn wel een paar fundamentele problemen”, zegt Schoenmakers. “Er zit zoveel op het moederbord zelf dat te maken heeft zaken als energiezuinigheid en snelheid van dataverwerking. Ik voorzie geen productieproces waarin zulke dingen modulair kunnen zijn.”
Zakelijke markt
Muller zegt dat het de refurbished markt er goed aan zou doen zich te richten op de zakelijke markt. “Vergelijk het met de autobranche”, zegt hij. “Hoeveel mensen rijden er nu privé in een elektrische auto?” Maar wederom werpt Schoenmakers tegen. “Overheidsingrepen in Noorwegen hebben tot een enorme revolutie geleid.” Wingesn: “De retail is nog zoekende, maar met deze groep kun je wel refurbished toestellen vinden in vrijwel alle grote winkels.” (zie kader).
Uiteindelijk gaat iedere telefoon uiteindelijk uit de roulatie. “Zo’n 20 tot 35 procent van de materialen kan niet hergebruikt worden”, zegt Van Asperen. “In theorie kan dus 65 tot 80 procent van de materialen wél worden teruggewonnen. Daarvan komt in de praktijk te weinig weer in omloop.” Maar wie gaat dat betalen, vraagt Wingens retorisch. “Voor consumenten heeft een afgeschreven smartphone geen waarde. Niemand koopt het op dus blijft het in de keukenlade liggen en komt niet meer in omloop. Er is geen bewustzijn, al worden er wel al stappen gezet met kortingen op de thuiskopieheffing op initiatief van het Keurmerk Refurbished.”
“Als je trade-in wil doen, dan zijn de resellers nodig”, zegt Seghrouchni. “Met een aantal partijen zijn we in gesprek hoe we trade-in in Nederland actiever kunnen vormgeven. Ik roep de operators en resellers dan ook op om klanten al in de customer journey te laten weten dat hun oude device ook waarde heeft.” Een uitdaging in terugnameprogramma’s is de data op de apparaten, die moet gewist worden, voegt Van Asperen eraan toe. Wingens vult aan: “Een inruilsysteem zoals in de Verenigde Staten zou welkom zijn, maar de BKR staat dat in Nederland in de weg. In de VS least iedereen zijn toestel. Dat kan in Nederland niet.”
Chiptekort
Een van de laatste besproken onderwerpen is het chiptekort dat een mogelijke stimulans lijkt te zijn voor de refurbished markt. “Maar het kan de markt ook in slaap sussen. Door de schaarste werken bedrijven langer door met hun apparatuur”, merkt Muller. “Voor de circulariteit is goed, maar wij krijgen geen of minder oude hardware aangeboden. Wij hebben daar wel last van gehad.”
Ook verbaast hij zich erover dat resellers zelden aan hun zakelijke klanten vragen of ze een bod mogen doen op oude hardware. “Het is zo laagdrempelig, maar het zit totaal niet tussen de oren. Resellers zouden meer kunnen verdienen aan het terugnemen van oude hardware dan aan het leveren van nieuwe.”
Aandacht voor refurbished
Uiteindelijk, zo concluderen de partijen, zou het goed zijn als refurbished meer onder de aandacht komt van overheden, consumenten en bedrijven. “Consumenten wereldwijd zijn daar nu niet mee bezig”, constateert Schoenmakers. “Pogingen om het onder de aandacht te brengen, verzanden in zweverige algemeenheden. Maar ik verwacht wel dat dit thema meer gaat leven naarmate mensen het ook beter hebben. Dan gaat er meer aandacht naar het welzijn van de wereld waar we in wonen. Daar pluk je op enig moment wel de vruchten van.”
Frank Hulshoff (Flex IT): ‘Circulair is high-tech’
Ook CCO Frank Hulshoff van Flex IT ziet dat de branche nog veel moet doen op het gebied van circulariteit. De organisatie kan volgens hem beter en bij tenders bij van de overheid staat het onderwerp amper op de agenda. “Dat terwijl het met de kwaliteit goed zit”, zegt hij in een gesprek die plaats vond na de Summit. Frank kon door omstandigheden niet aanwezig zijn. Flex IT heeft een belangrijke positie bij de grote channelpartners, bijvoorbeeld met een HP Approved Selection, legt hij uit.
Zoals de deelnemers van de rondetafel aangaven: zolang de branche gericht is op de verkoop van nieuwe producten, kijkt de klant ook in eerste instantie naar. “Wie zijn eigenlijk de influencers in het tendertraject”, vraagt Frank zich af. “Managers zijn niet kieskeurig over welke laptop of telefoon wordt aangeschaft en ze hoeven zich er dus niet in te verdiepen.”
Goede richting
Het keurmerk is volgens hem een stap in de goede richting. Maar het moet wel gepaard gaan met belangenbehartiging, vindt hij ook. “Niet alleen bij de overheid, maar ook bij de grote commerciële partijen. Daarom zetten wij stappen om het proces anders in te richten. Wij hebben mensen die het gesprek actief aangaan bij de klant. Het imago van circulaire IT kan ook een flinke oppoetsbeurt gebruiken. Er zit een onprettige zweem om groene initiatieven heen”, zegt Frank. “Maar uiteindelijk hebben we het primair over technologie. Daarom zijn we een partner van de Formule 1. Dat is geen hobbyproject, maar geeft aan dat we ons sterk inzetten voor technologische ontwikkeling.”
(Dit artikel verscheen eerder in ITchannelPro Magazine nummer 1)
Michiel van Blommestein