De Reverse Logistics Association (RLA) werkt vrijwel sinds de oprichting in 2002 aan het terugdringen van retourzendingen van apparaten. Tony Sciarrotta, sinds 2016 de voorzitter van de wereldwijd actieve organisatie, deelt zijn ervaringen en vertelt hoe fabrikanten de levenscycli van hun apparatuur kunnen verbeteren, zodat ze minder kosten maken.
Dat de behoefte aan optimalisatie van de levensduurketen groeit, is duidelijk. Toen Tony zich aansloot bij de RLA, waren er nog geen organisaties die zich specifiek bezighielden met dit onderwerp. Producten werden meestal domweg weggegooid of ruw verwerkt. “We gingen op zoek naar best practices en oplossingen”, zegt hij. “Vooral als het gaat om ITAD, ook omdat de rol van gegevensbescherming zo belangrijk is.”
Mentaliteit
Dat is allemaal begonnen met een mentaliteitsverandering. “Toen ik bij Philips zat, merkte ik dat leveranciers per productgroep vaak puur kiezen voor de goedkoopste dienstverleners voor hun terugname”, zegt hij. “Daardoor werken ze samen met heel veel verschillende dienstverleners.” Door retourzendingen rechtstreeks van winkels naar aangewezen faciliteiten te verplaatsen, kunnen kosten worden bespaard en het verwerkingsproces efficiënter worden gemaakt. “Door dat aantal terug te brengen en te kiezen voor end-to-end partnerships, konden we het aantal terugnames terugdringen, de verwerking veel efficiënter maken en veel meer apparaten herwinnen voor de markt.”
Dat het onderwerp steeds meer is gaan leven, blijkt ook wel uit de groei van de RLA. Bij de oprichting waren er vijf grote bedrijven actief betrokken. Inmiddels heeft de RLA meer dan driehonderd leden, waarvan honderd in Europa. In de tussentijd is de belangrijkste verandering de opkomst van e-commerce en de ’14-dagenregel’, die de drempel voor het retourneren van goed functionerende apparaten hebben verlaagd. Het doel van de RLA is om vooral in Europa te groeien, en dat valt onder de verantwoordelijkheid van Business Development Manager Bianca Knerr.
Tony merkt dat er een duidelijk verschil is met hoe in beide internationale markten wordt omgegaan met retours. “In de VS gaat het vrijwel allemaal via de retailer”, legt hij uit. “Zij onderhandelen vaak over vergoedingen in plaats van retourzendingen met fabrikanten. Maar dit heeft risico’s. Ja, voor CIO’s kan dat interessant klinken. Maar eigenlijk verschuif je daarmee de ESG-verantwoordelijkheid van fabrikant en reseller naar de retailer. Consumenten hebben ook veel meer de neiging hun apparaten naar de winkel te retourneren in plaats van naar de fabrikant.”
Stappen
Tony ziet dat er in Europa veel nadrukkelijker naar de fabrikant wordt gekeken. “Het is geografisch ook kleiner, dus je hebt meer dichtheid. Maar als er bijvoorbeeld negatieve berichtgeving verschijnt over een bepaalde fabrikant, dan wordt die er ook op aangesproken. In de VS wordt de wetgeving niet aangescherpt en blijven retailers in zulke gevallen buiten schot.”
Er worden dus stappen gezet, maar we zijn er volgens Tony nog lang niet. Goed nieuws is bijvoorbeeld dat gebruikte smartphones nu beter verkopen dan nieuwe. De keerzijde is echter dat producten sneller verouderd raken, door technologische ontwikkeling. Tony kijkt als voorbeeld vooral naar de auto-industrie. “Daar zijn onderdelen voor bepaalde modellen tientallen jaren beschikbaar. Die kant moeten we ook op met de ICT.”
Het is volgens Tony zowel een vloek als een zegen om wereldwijd de enige vereniging van zijn soort te zijn. “Je hebt te maken met verschillende snelheden. In Europa gaat het bijvoorbeeld heel snel, met bijvoorbeeld de Franse repareerbaarheidsindex. Uiteindelijk hopen we via kennisdeling van waarde te kunnen zijn voor de hele branche, waar dan ook.”
Meer weten? Stuur een mail naar tony@rla.org of bianca@rla.org, of bezoek de website.
(dit artikel verscheen eerder in ITchannelPRO magazine 2023-04)