Na het nodige gedoe van ontkenning, negeren en tegengestelde uitspraken lijkt de kogel door de kerk. De Amerikaanse regering krijgt een belang van 10 procent in de chipmaker. Een dergelijk grote verandering van eigendom moet het bedrijf melden aan de beurs en beleggers.
Intel gaat daar niet verder op in, want dat is zelfs voor de meest vage rapportages naar de SEC te ver in de toekomst kijken. Wat het bedrijf wel doet is de voorwaarden van de deelname uitschrijven. Die 10% aandelen zijn niets anders dan het wisselgeld voor subsidies van $7,8 mrd en $3,2 mrd die het bedrijf vorig jaar heeft ontvangen, onder andere om chips voor defensie te maken.
Allemaal geen echt nieuws, want daar had het bedrijf zelf ook al eerder over gecommuniceerd. Wat wel nieuws in die verplichte ad-hoc melding is dat het Intel ook risico’s door het staatsbelang is gaan benoemen.
“negatieve reacties”
De chipsbakker waarschuwt beleggers dat de investering van de overheid kann leiden tot “negatieve reacties” van klanten, leveranciers en andere zakelijke partners. De context van die opmerking is dat meer dan 75% van de omzet van Intel buiten Amerika wordt gerealiseerd.
Iedereen kan direct een land noemen dat met dat staatsbelang een stok heeft om Intel te slaan en te dwarsbomen. Maar dat is niet het enige risico. Intel werkt met bedrijven samen, er kunnen ketens zijn waarin bedrijven met een overheid als aandeelhouder ongewenst zijn. Want hoe kun je een ketenpartner in het gareel houden als de grootste aandeelhouder van dat bedrijf het ergens niet mee eens is.
standaard disclaimer
Bovenstaande is misschien wat abstract, maar in de SEC verklaring van Intel staat ook nog een hele concrete conclusie: de deal kan leiden tot minder omzet, winst en het verlies van klanten en markten. Het is een standaard disclaimer over risico’s, maar een waar beleggers deze keer langer over zullen moeten nadenken.