De Nederlandse telecomnetwerken zijn snel, betrouwbaar en veilig en daarmee een onmisbare pijler onder onze maatschappij, economie en vestigingsklimaat. De digitale infrastructuur – telecom, datacenters, zeekabels en clouddiensten – is indirect medeverantwoordelijk voor een enorme €776 miljard aan toegevoegde waarde, zo becijferde het ministerie van Economische Zaken eerder dit jaar. Private investeringen hebben onze telecomnetwerken aan de absolute internationale top gebracht. Maar onze koppositie is niet vanzelfsprekend. Willen we onze voorsprong behouden, dan zijn voortdurend nieuwe investeringen nodig, onder andere in nieuwe glasvezelverbindingen, in 5G en straks in 6G. Om als kapitaalintensieve industrie zulke investeringen te kunnen doen is een ambitieuze overheid nodig die zorgt voor de juiste condities.
Werk aan de winkel
Andere lidstaten voeren actief beleid om hun digitale infrastructuur te verbeteren. Zo kwam de Duitse regering onlangs met een wetsvoorstel (het TK-Netzausbau-Beschleunigungs-Gesetz) dat antennes voor mobiele data tot algemeen belang verheft, waarmee de uitrol van 5G voorrang krijgt op andere belangen. Een wake-up call voor beleidsmakers in ons land: als zelfs digitale achterblijver Duitsland ons beleidsmatig inhaalt is er werk aan de winkel. Investeringen doe je immers liever in een land met een vruchtbaar regelgevend klimaat. Pakt ons land die handschoen op, of laten we ons de kaas van het brood eten?
Concurrentievermogen
In Europa is een sense of urgency rondom investeringen in digitale connectiviteit voelbaar. Onlangs presenteerde Mario Draghi een rapport aan de Europese Commissie over de concurrentiekracht van de EU, waarin hij stelt dat zonder hervormingen Europa verder terrein zal verliezen op de VS en China, zowel in de technologie-industrie als in sectoren die worden getransformeerd door digitalisering. Ondanks dat een deel van zijn aanbevelingen controversieel is, is de rode draad van Draghi dat investeringen aangemoedigd moeten worden om het concurrentievermogen van de EU te vergroten en Europees tegenwicht te bieden tegen ‘Big Tech’.
Nederland moet hieruit lering trekken: een samenhangend nationaal beleidsprogramma is harde noodzaak om investeringen ook in de Nederlandse digitale infrastructuur te faciliteren. Zo kunnen we bijdragen aan een Europese industrie die internationaal meedoet én in ons land de beste netwerken van Europa behouden.
Pionieren
Ooit liepen we met beleid voorop. Nederland was een pionier in de liberalisering van de telecomsector en onze gedoogplicht voor kabels en leidingen was jarenlang het lichtende voorbeeld in Europa. Maar de laatste jaren was de Rijksoverheid helaas onvoldoende doortastend. Zo werd de 3,5 GHz-frequentieband in Nederland als laatste lidstaat geveild. Een wildgroei aan onverklaarbare en hoge telecomleges en inefficiënt en versnipperd lokaal beleid vertraagden de uitrol van vaste netwerken en antennes. En voor telecompartijen en datacenters zijn aansluitingen op het energienet helaas niet langer vanzelfsprekend. Nederland wordt inmiddels overgeslagen als vestigingslocatie.
Hervormingen
Welke hervormingen zijn nodig om het tij te keren? Natuurlijk Nederlandse steun voor Europese maatregelen die investeringen bevorderen. Maar ook op nationaal vlak zijn hervormingen noodzakelijk.
Schrap nationale koppen in regelgeving
Een goed begin zou zijn om alle regels in kaart te brengen die verder gaan dan Europa voorschrijft. En die te schrappen wanneer ze de regeldruk vergroten en het en vestigingsklimaat verslechteren. Denk aan nationale koppen op telemarketing en cybersecurity maar ook de aftrekbaarheid van rentelasten.
Ga voor investeringsvriendelijke frequentieverdelingen
Het is ook zaak dat de Rijksoverheid frequentieverdelingen niet langer ziet als een verdienmodel voor de schatkist, maar inzet op investeringsvriendelijke condities en de daaruit volgende verplichtingen voor mobiele operators. Dat leidt uiteraard tot nog betere mobiele netwerken en daarmee grote maatschappelijke baten.
Introduceer een gedoogplicht voor antennes
Met een gedoogplicht voor antennes zou Nederland weer de toon kunnen zetten in Europa. De reeds bestaande gedoogplicht voor telecomkabels verplicht grondeigenaren om de aanleg van kabels en leidingen te gedogen. Dat werkt als absolute aanjager van de uitrol van vaste telecomnetten omdat complexe administratieve procedures worden voorkomen. Een gedoogplicht voor antennes – bijvoorbeeld op locaties van (semi-) overheid en kantoorgebouwen – zou hetzelfde kunnen bewerkstelligen voor mobiele netwerken, met positieve effecten op dekking, snelheid, kwaliteit en continuïteit.
Realiseer een stabiele stroomvoorziening voor vitale telecomdiensten
Ten slotte is het absolute noodzaak dat een stabiele stroomvoorziening voor vitale telecomdiensten en andere onderdelen van de digitale infrastructuur wordt geborgd. De problematiek van het volle stroomnet wordt door de overheid weliswaar erkend, maar vooralsnog is er geen enkele garantie dat telecomnetten voorrang krijgen wanneer schaarse stroom moet worden verdeeld. Die garantie moet met spoed worden gevonden, want wie investeert er in connectiviteit in een land zonder stabiele stroomvoorziening?
Mathieu Andriessen is managing director bij NLconnect, de branchevereniging van de telecom-, breedband- en glasvezelindustrie