Van waarschuwing naar werkelijkheid
Op 2 april 2025 kwamen zeventien Nederlandse ICT-industrie leiders bijeen in Loosdrecht om te spreken over digitale soevereiniteit. We spraken over de juridische risico’s van de Amerikaanse Cloud Act en FISA-wetgeving, over economische afhankelijkheid van Big Tech, en de rol die Nederlandse bedrijven kunnen spelen om dit te veranderen. Nog geen twee maanden later werd duidelijk hoe urgent dit onderwerp is.
Het Microsoft-account van Karim Khan, hoofdaanklager van het Internationaal Strafhof (ICC) in Den Haag, werd afgesloten. Hij verloor de toegang tot zijn email en hij kon niet meer bij zijn bankrekening in het VK. De reden hierachter: Amerikaanse druk op Microsoft en de bankensector vanwege het ICC-onderzoek naar vermeende oorlogsmisdaden in Gaza. Deze zaak bracht het onderwerp van digitale afhankelijkheid naar het publieke debat: de Volkskrant schreef erover en Arjen Lubach maakte het toegankelijk voor een breed publiek.
Wat op 2 april nog werd besproken als toekomstscenario, is daarmee in record tempo werkelijkheid geworden: de Amerikaanse juridische en politieke invloed op digitale infrastructuur is geen hypothetisch risico. Het is realiteit.
Wat betekent digitale autonomie voor Nederland?
Digitale autonomie is niet zomaar een technologisch begrip. Het is een strategische voorwaarde voor nationale veiligheid, economische veerkracht en het behoud van nationale waarden zoals duurzaamheid en diversiteit.
Nederland moet zelf de controle behouden over de essentiële onderdelen van haar digitale infrastructuur en data: waar deze worden opgeslagen, hoe deze worden verwerkt, wie er toegang toe heeft.
Net zoals we de aanleg van onze dijken en de Deltawerken zelf ter hand hebben genomen, om een veilig leven achter de dijken te leiden, zo moeten we ook onze digitale infrastructuur – van datacenters tot communicatiekanalen en cloud omgevingen – zelfstandig bouwen en beheren om zo onze veiligheid en zelfstandigheid te beschermen.
Digitale infrastructuur is daarmee net zo fundamenteel geworden als onze fysieke infrastructuur. Toch behandelen we haar nog te vaak als een inkoop product dat we ‘efficiënt’ kunnen aankopen bij buitenlandse techgiganten. Maar in een wereld waarin digitale toegang ook geopolitieke macht is, is die houding inmiddels onhoudbaar geworden.
De juridische kaders: al lang bekend
De Amerikaanse Cloud Act (2018) verplicht Amerikaanse bedrijven – ongeacht waar hun servers staan – om data te overhandigen aan Amerikaanse autoriteiten. Of je nu een server van Microsoft of Amazon Web Services in Nederland gebruikt, Amerikaanse opsporingsdiensten hebben er toegang toe.
De Foreign Intelligence Surveillance Act (FISA) uit 1978 biedt Amerikaanse inlichtingendiensten ruime bevoegdheden om communicatie van niet-Amerikanen buiten de VS te onderscheppen. Zonder gerechtelijk toezicht, zolang de data via Amerikaanse bedrijven beschikbaar is.
Deze wetten zijn dus niet nieuw. Wat wél nieuw is, is dat ze nu worden toegepast. Waar eerder werd gerekend op strategische terughoudendheid vanuit Washington, wordt nu geopolitieke macht uitgeoefend via digitale routes. Met het ICC, gevestigd in Den Haag is deze dreiging in Nederland werkelijkheid geworden. Als dit het ICC kan raken, hoe autonoom kunnen wij ons dan nog opstelling gezien onze afhankelijkheid van Amazon, Google en Microsoft?
De macht van het decreet
Met de herverkiezing van Donald Trump komt daar een extra laag bij: het presidentiële decreet. Trump heeft in het verleden al laten zien dat hij geen formele wetgeving nodig heeft om invloed uit te oefenen op bedrijven of instellingen.
Een schrijnend voorbeeld is de affaire met advocatenkantoren Paul, Weiss en Skadden. Deze kantoren, die eerder werkten aan zaken tegen Trump, werden onder druk gezet om voor tientallen miljoenen euro’s aan pro bono-diensten aan hem te leveren. En zo werd een ‘Berufsverbot’ vermeden, schreef in NRC op 9 april naar aanleiding van een onderzoek door Susan Seager.
Als zelfs invloedrijke Amerikaanse advocaten onder druk worden gezet, hoe weerbaar zijn dan Nederlandse bedrijven met belangen in de VS? Ook nu al aarzelen Nederlandse en Europese partijen met belangen in Amerika om zich uit te spreken over zaken die mogelijk de irritatie van Trump kunnen opwekken.
Chantage-risico voor bedrijven met belangen in de VS
We moeten serieus rekening houden met een realiteit waarin geopolitieke machtsuitoefening direct economische belangen raakt. In zo’n situatie zijn alleen bedrijven werkelijk autonoom als zij:
- niet onder Amerikaanse wetgeving vallen (zoals Cloud Act of FISA);
- geen Amerikaanse aandeelhouders hebben die onder druk gezet kunnen worden, en;
- geen substantiële belangen hebben in de VS die als drukmiddel kunnen worden ingezet.
Wie meebouwt aan een autonoom digitaal infrastructuur, moet dus zorgvuldig worden geselecteerd en waar nodig worden beschermd. Zoals jurist Bert-Jaap Koops al stelde naar aanleiding van de eerder beschreven situatie van het ICC: bedrijven moeten politieke rugdekking en financiële garanties krijgen om stand te houden tegen deze druk van buitenaf.
Economische gevolgen van afhankelijkheid
De afhankelijkheid van buitenlandse digitale infrastructuur is niet alleen een veiligheidsrisico – het is ook een enorm economisch ‘lek’.
Volgens een rapport van Europarlementariër Paul Tang (PvdA) liep Nederland tussen 2013 en 2015 ongeveer €215 miljoen aan belastinginkomsten mis door belastingontwijking van Google en Facebook. Aangezien het gebruik van clouddiensten alleen maar is toegenomen, zal dit bedrag alleen maar gestegen zijn.
Zonder ingrijpen blijven we onze digitale toekomst financieren via Amerikaanse licentie- en abonnementsmodellen – ten koste van onze eigen autonomie én economische weerbaarheid.
Een Digitaal Deltaplan: van visie naar actie
Wat nodig is, is geen nieuw rapport, geen taskforce of een vrijblijvende roadmap. We hebben een Digitaal Deltaplan nodig: een grootschalige publiek-private samenwerking waarin Nederland zelf de regie neemt over de fundamenten van zijn digitale infrastructuur. Net zoals we destijds na de Watersnoodramp de Deltawerken bouwden om onze fysieke veiligheid te waarborgen, moeten we nu digitale autonomie op nationaal niveau organiseren.
Wat zo’n Digitaal Deltaplan moet omvatten:
- Breng het Nederlandse ecosysteem in kaart
Welke Nederlandse bedrijven zijn autonoom, innovatief en schaalbaar om bij te dragen aan een nationale digitale infrastructuur? Welke nieuwe spelers moeten worden ondersteund om volwassen te worden? En welke onderdelen missen we waarvoor we samenwerking of eigen ontwikkeling gaan kiezen?
- Doorbreek klassieke aanbestedingslogica
Onze digitale autonomie mag niet worden bepaald door de laagste prijs of de snelste levering. De overheid moet niet ‘inkopen’, maar ‘samenwerken’ met bedrijven die bijdragen aan digitale autonomie.
- Maak digitale autonomie het uitgangspunt in elk IT-overheidsproject
Zorg dat digitale autonomie een standaardcriterium wordt bij alle ICT-projecten van de overheid – van infrastructuur tot software en data. Niet als ‘nice to have’, maar als harde randvoorwaarde bij ontwerp, aanbesteding en uitvoering. Door in elk project expliciet eisen te stellen aan eigenaarschap, toegang, controle en juridische zeggenschap, werkt de overheid stap voor stap aan structurele autonomie.
- 4. Versterk diversiteit in besluitvorming
De Nederlandse overheid laat zich nog te vaak adviseren door medewerkers met een Big Tech-achtergrond. Breng meer evenwicht en onafhankelijke expertise in strategische advies structuren.
- Stimuleer onderwijs buiten Big Tech
Zolang studenten en professionals enkel worden opgeleid in Microsoft-, Google- of AWS-oplossingen, blijven we gevangen in hun ecosysteem. Kies voor samenwerking met onderwijsinstellingen en organisaties die alternatieven stimuleren.
- Bescherm Nederlandse bedrijven
Bedrijven die onderdeel uit maken van de oplossing richting digitale autonomie moeten op politieke en financiële steun kunnen rekenen als zij blootstaan aan dreiging, economische druk of juridische onzekerheid vanuit de VS.
- Vorm Nederlandse consortia
Net zoals Arcadis, Royal HaskoningDHV, BAM en Heijmans onze fysieke infrastructuur vormgeven, moeten we nu consortia bouwen voor digitale infrastructuur – met heldere ambities, binnen Europese aanbestedingsregels.
- Werk buiten bestaande belangenstructuren
Brancheverenigingen vertegenwoordigen het gemiddelde – niet de koplopers. Zoek partners in onafhankelijke allianties met visie, snelheid en daadkracht. Wees alert op ‘sovereignty washing’: retoriek zonder verandering.
Tot slot: autonomie bouw je, die koop je niet
Nederland dank haar bestaansrecht aan infrastructuur. Het is in ons belang dat we droge voeten houden en wie snapt dit belang beter dan een nederlandse bedrijf?
En wie weet er beter wat het belang is van onze digitale soevereiniteit dan wij zelf?
De digitale dijken van onze delta blijken bijzonder poreus te zijn, tenzij we vandaag beginnen met de versterking.
Tieneke Breemhaar/ WayToSustain