Op het eigen blog heeft Dropbox begin deze maand bekend gemaakt de CO2 footprint flink te hebben verlaagd. Hoe het tot een verlaging van 15 procent kwam in anderhalf jaar staat er goed beschreven.
Kennis delen
Als het gaat over datacenters kan Dropbox een hoop kennis delen. Het gaf als een van de eerste toe dat een eigen datacenter infra goedkoper was dan gebruik blijven maken van hyperscale capaciteit. Het bedrijf was er ook vroeg bij om de verschillende compliance uitdagingen te zien die horen bij het vertrouwen op externe datacenters.
Omdat Dropbox beursgenoteerd is kan iedereen terugvinden hoeveel het bespaart bij het gebruik van eigen datacenters ($75 miljoen netto in 2 jaar). Om grote klanten te kunnen bedienen moet het ook veel certificeringen hebben. Wat daarbij de “uitdaging†is als huurder van hyperscale capaciteit heeft het meermaals genoemd op conferenties.
Datacenter footprint
Dropbox communiceert ook redelijk veel over de techniek en de operaties. Wie wil weten wat de trends bij harde schijven is, kan het nodige terugvinden op het blog. Dat is informatie die een betrekkelijk kleine groep zal aanspreken.
Wat een veel bredere groep moet aanspreken is het uitgebreide verhaal van Dropbox hoe het de datacenter footprint voor CO2 naar beneden heeft gekregen. Twee punten vallen daarbij in het lange artikel op. Dat zijn namelijk ingrepen die heel logisch overkomen.
De eerste ingreep met veel effect is het koelen van machines of racks in plaats van hele corridors of zalen. Als tweede ingreep noemt Dropbox het reduceren van het stroomverbruik van de harde schijven. Bij dat laatste gaat het stroomverbruik van een storage rack van ruim 4,5 kW terug naar ongeveer 2,4 kW.
Productieomgeving
Om deze verbeteringen door te voeren is er natuurlijk goede software voor besturing en monitoring nodig. Op dat punt zijn de laatste jaren de nodige vorderingen gemaakt. Ook in Nederland zijn er meerdere producten en initiatieven op dat terrein. De stroombesparing en CO2 footprint reductie die Dropbox realiseert heeft betrekking op een productieomgeving.
Het is een interessante en duidelijk beschreven case. Met de beschikbare documentatie en tools zou dus ieder datacenter zoiets kunnen doen.
