Appels met Peren
Waarom het zo moeilijk is het exacte aantal datacenters te achterhalen heeft meerdere oorzaken. Een van de belangrijkste, zo niet de belangrijkste, is de definitie. Of rekencentra of inpandige serverruimtes datacenters zijn hangt af van wie het antwoord geeft. De omvang lijkt een rol te spelen, want als iets klein is, weinig stroom verbruikt en weinig racks huisvest vindt men het al snel geen datacenter. Begrijpelijk, maar zo ontstaan verschillende definities. Het soort gebruiker is ook reden voor het hanteren van verschillende omschrijven. Dit en nog veel meer leidt tot appels met peren vergelijken.
In Nederland bestaat enige consensus over de bandbreedte bij het noemen van het aantal datacenters. In andere landen is dat niet het geval. Het gevolg is dat beleidsmakers, politici en journalisten makkelijk verkeerde conclusies kunnen trekken door staatjes met cijfers te vergelijken. Zoals bekend worden die staatjes vergeleken om de vraag te kunnen beantwoorden of Nederland “genoeg” of zelfs “te veel” datacenters heeft. Met het oog op de komende verkiezingen kan die vraag weer actueel worden. Weet dus dat dit onvermijdelijk appels met peren vergelijken is.
Cijfers
Is het mogelijk landen met elkaar te vergelijken als het gaat om het aantal datacenters? Ja, maar bij elke overzicht moet een behoorlijke disclaimer worden geplaatst. Daarin hoort te staan dat de definities die per land worden gehanteerd verschillen en door wie de cijfers zijn vergaard en verstrekt.
Statista vergaart en verstrekt heel veel cijfers. Er is ook ranking beschikbaar van het aantal datacenters per land. Om een indicatie te krijgen van deze markt is dat bruikbaar, maar zoals hiervoor al aangegeven hoort er wel een disclaimer bij.
Op het eerste gezicht is de top 15 logisch. Amerika is een groot land, met een lange historie van automatisering. Het lijkt dus logisch dat daar ook de meeste datacenters zijn. Van Duitsland wordt gezegd dat iedereen daar zijn data en applicaties in een ruimte onder eigen beheer wil opslaan. Als dat zo is dan is het genoemde aantal van 487 – als het zou gaan om colo – wel erg hoog.
En zo kan de top 15 verder worden doorlopen. België is zo klein dat het onder de radar van Statista blijft, het genoemde aantal komt uit een recente publicatie van de toezichthouder. De definitie van datacenters daar is overigens wel bekend.
Verhoudingen
Ook al is het materiaal van Statista met enige voorzichtigheid te betrachten, het staat wel toe om twee andere overzichten te maken. Namelijk het aantal datacenters per vierkante kilometer en inwoners per datacenters. Nog mooier zou het zijn om daaraan toe te voegen het aantal bedrijven per datacenter, maar van de meeste landen is die data onmogelijk te verkrijgen (*).
Wat wel leverbaar is levert de volgende twee staatjes op. Voor wie nog enige twijfel zou hebben, Nederland lijkt in beide gevallen het land te zijn met de hoogste datacenterdichtheid ter wereld. De afstand tussen de nummer 1 en 2 in ook steeds behoorlijk groot.
Iedere journalist of beleidsmaker kan dit overzicht zelf ook maken en gebruiken om lastige vragen te stellen die voor een deel gebaseerd zijn op die appels en peren.
(*)
De verhouding datacenters : inwoners is natuurlijk minder relevant dan datacenters : bedrijven. Het aantal bedrijven per EU lidstaat is nog wel te achterhalen maar voor 7 van de 15 landen die Statista noemt is dat niet het geval. Op basis van Eurostat cijfers en definities is de volgende Europese ranking te maken.
- Duitsland 9.900 bedrijven per datacenter
- Nederland 11.000,
- Frankrijk 15.000,
- België 17.000.
Dat Duitsland hier zo hoog scoort komt omdat Eurostat tot datacenters ook andere gebouwen dan colocatie rekent.
(dit artikel verscheen eerder op DatacenterWorks.nl)