BIT uit Ede is bekend in de sector en behoort tot de oudste aanbieders van colocatie diensten in het land. Dat zijn al genoeg redenen voor DatacenterWorks om Alex Bik te interviewen voor de reeks datacentergesprekken.
Het eerste datacenter van BIT is geopend in 1998 en inmiddels heeft het op drie fysieke adressen vijf zalen. De voor de hand liggende vraag die daarbij hoort is of colo in 2022 nog steeds het zelfde is als in 1998. Alex: “Colocatie als naam is nog steeds in gebruik en het lijkt ongewijzigd. Toch is er wel een groot verschil. In 1998 bracht men de server naar het internet, door het in een datacenter te plaatsen. Dat was de enige manier om de kosten van connectiviteit laag te houden. Nu er op zoveel plekken betaalbare glasvezelverbindingen liggen is het op zich niet meer nodig de server buiten de deur te plaatsen.”
Dat de vraag naar colocatie faciliteiten niet is afgenomen nu breedband een feit is heeft volgens Alex met iets anders te maken. Bedrijfszekerheid is nu de nummer een reden eigen hardware in een datacenter onder te brengen. “Het is een breed begrip. Veiligheid en beschikbaarheid vallen er onder, maar ook de professionaliteit van het personeel. Combineer dat met de vereiste certificeringen, zoals NEN 7510 en ISO 27001. Daarom blijft men gebruik maken van een datacenter.”
Waar voorheen de vraag was zelf de housing doen of in een colocatie datacenter plaatsen lijkt het nu de afweging te zijn tussen colo of de cloud. “Dat is een proces waar ik zeer kritisch over ben,” zegt Alex. “De vendor lock-in wordt in het algemeen zwaar onderschat, terwijl data en applicaties wel de achillespees van je bedrijf zijn. Daarnaast wordt je als land zo wel erg afhankelijk van een beperkte groep grote buitenlandse aanbieders. Dat speelt overigens in alle landen. Je merkt gewoon dat de marketing inspanning van de grote cloudaanbieders die bezwaren volledig verdringen. Dat zelfde geldt voor het totale kostenplaatje. Ondanks het feit dat iedereen de rekensom kan maken, kiest men voor internationale cloudaanbieders die duurder zijn dan lokaal aanbod.”
Als Alex spreekt over de grote internationale cloudaanbieders bedoelt hij in eerste instantie de hyperscalers. Vandaar de vraag hoe hij de aanwezigheid van de grote Amerikaanse colo aanbieders in en rond Amsterdam ervaart. Dat is immers weer een andere groep. “Die partijen hebben een eigen klantgroep die worldwide zaken doen met een aanbieder belangrijk vindt. BIT bedient een ander soort klanten. Wat dat betreft leven we vreedzaam naast elkaar omdat we niet in elkaars vaarwater komen.”
Waar Alex minder over te spreken is, is de aandacht die dit handjevol internationale aanbieders krijgt. “Datacenters in Nederland zijn meer dan die paar campussen rond Amsterdam of de hyperscalers in de polder. Zowel de pers als de politiek lijken alleen die twee groepen te zien. De regionale en lokale datacenters, bedrijven zoals BIT die wel belasting betalen en die wel werkende oplossingen voor het hergebruik van restwarmte hebben worden gewoon genegeerd.”
Het is mede daarom dat BIT regelmatig zelf de pers opzoekt en de eigen standpunten duidelijk maakt. Dat doet het bedrijf overigens al vanaf de oprichting. Wat het ook al vanaf de start doet is deelnemen aan het publieke debat. “Door mee te doen aan discussies over iets als de bewaarplicht, emissies, afvalstromen en groene energie zijn we transparant. Dat is iets dat ons aan het hart ligt en wat best wel door meer bedrijven gedaan kan worden. We lopen op bepaalde punten wel voorop, maar als ik zie hoe gedetailleerd onze klanten willen weten waaruit onze milieu voetafdruk bestaat denk ik dat iedereen in de sector transparanter moet worden.“
Het voordeel van meer transparantie is volgens Alex niet alleen dat het bijdraagt aan meer professionaliteit in de sector. Op die manier zal het de pers, de politiek en ook het grote publiek duidelijk worden dat achter het begrip datacentersector wezenlijk verschillende bedrijven schuil gaan. Die verdienen het niet om over een kam geschoren te worden.
(dit artikel verscheen eerder op DatacenterWorks.nl)