Het begrip campusnetwerk doet al jaren de ronde. Wat er precies onder wordt verstaan is – zoals zo vaak – afhankelijk van de core business van de partij die er over communiceert. Mede daarom is het lastig zicht te krijgen op de vraag naar dit soort oplossingen.
Core business
Er is meer dan een manier om een campusnetwerk te beschrijven. Twee verklaringen komen het meest voor. Bedrijven die IT als core business hebben zien een campusnetwerk als een architectuur waarbij de hardware (al dan niet gevirtualiseerd) de boventoon voert. Er zijn ook bedrijven die communicatiediensten leveren. De invulling die zij aan het begrip campusnetwerken geven is net iets anders. Daar staat niet de hardware centraal, maar de mogelijkheid op een duidelijk omkaderd oppervlak bedraad en draadloos te kunnen communiceren.
De twee invalshoeken hebben overeenkomsten. Hardware zonder connectiviteit is net zo zinloos als alleen maar een netwerk plannen zonder daarbij na te denken over het aansluiten van hardware.
Vraag of aanbod?
Het blijft opvallend lastig te bepalen hoe groot de vraag naar campusnetwerken (van welk soort dan ook) is. Het aantal deployments is niet te traceren. Er zijn tientallen bedrijven in Nederland die communiceren kennis hierover te bezitten. We zien inmiddels wel al dat een aantal bedrijven aan de aanbod- en advieskant is samengesmolten. Dit kan beteken dat campusnetwerken meer een wens van vendoren is (aanbod push) dan een concrete en groeiende vraag uit de markt.
Het kan ook iets heel anders betekenen. Namelijk dat er oplossingen zijn die aan de “definitie” voldoen, zonder dat het begrip door leveranciers en klanten wordt gehanteerd. Voor het laatste pleit, dat netwerken vaak groeien en uitbreiden. Het kan dus goed mogelijk zijn dat een bestaande architectuur op een gegeven moment voldoet aan de beschrijving van campusnetwerk, zonder dat iemand daarbij stilstaat. Dat wil zeggen, tot het moment dat de marketeers en sales er lucht van krijgen.
Cases met campusnetwerken zijn nodig om de meerwaarde van 5G te kunnen aantonen. Het gebruik van het begrip is aanbod driven in de hoop dat de markt toehapt en er zo vraag ontstaan.