Dat het Chinese Tencent een probleem heeft met het eigen cloudaanbod was al enige tijd bekend, minder bekend is dat concurrent Alibaba een geheel ander signaal afgeeft. Voor de drie hyperscalers uit Amerika zijn beide partijen geen echte concurrenten.
Tencent
Tencent heeft het moeilijk. Dat is al maanden duidelijk. De omzet van sommige bedrijfsonderdelen is verdampt door overheidsingrijpen. Dat vertaalt zich in een 40 procent lagere winst. In reactie daarop probeert het elders meer omzet te halen en sluit het onderdelen die te weinig opleveren.
De cloudtak van Tencent behoort tot die laatste categorie. Het bedrijf geeft nu zelf aan dat het afscheid neemt van cloudklanten die niets opleveren. Gezwegen wordt over de internationale footprint. Dat is opvallend, want voor Chinese cloudaanbieders is er eigenlijk geen alternatief dan het scheiden van de infra tussen een deel dat alleen voor de Chinese markt is bedoeld en een deel voor de rest van de wereld.
Hyperscalers bestaan bij de gratie van een uniforme operatie en daardoor strak kunnen sturen op de kosten. Een scheiding zoals voor Chinese hyperscalers geldt leidt tot structureel hogere kosten. Wat dat betreft kan het niet anders dan dat Tencent , dat zelf al heeft aangegeven dat de hele cloudbusiness meer kost dan het oplevert, nog her en der uit de cloudbusiness gaat stappen.
Alibaba
Hoeveel anders is dan de melding dat Alibaba nieuwe capaciteit in Frankfurt heeft. Het bedrijf spreekt van een derde datacenter, maar het is eerder de huurder van bestaande ruimtes. Om tot locaties in deze stad te komen heeft het zes jaar nodig gehad. Een opvallend lange periode waarvoor verder geen uitleg beschikbaar is.
Tencent dat deels de deur achter zich dichttrekt en Alibaba dat langzaam groeit. Beiden zal voor de hyperscale concurrentie al lang bekend zijn. Voor anderen zijn de meldingen van de twee Chinese aanbieders het signaal dat althans op deze markt de nieuwe concurrentie uit het Verre Oosten nog weinig voorstelt.