Deze week is het vuurtje onder al langer smeulende discussie over de locatie van de werkplek weer opgestookt. Amazon haalt de wereldpers omdat het iedereen weer op kantoor wil hebben, maar niet doorheeft dat er meer personeel is dan stoelen. Minder aandacht is er voor onderzoek dat de negatieve kanten van verplichte aanwezigheid op kantoor belicht.
Ergens is het vooral onlogisch. Tijdens de pandemie bleek dat werken van huis uit heel goed kon. Als snel drong het besef door dat deze uitzondering wel eens “the new normal” kon gaan worden. Bedrijven in Amerika, Duitsland en elders leken wat dat betreft opeens de Nederlandse route te gaan volgen. Hier was werken van huis uit immers al veel langer acceptabel.
Met het accepteren van de thuiswerkplek kwam ook een enorm groot besparingspotentieel naar voren. We lazen dat overal ter wereld kantoren krompen, nieuwbouw uitstelden of verkasten naar kleinere locaties.
Klok terugdraaien
Hoe vreemd komt het dan over te lezen dat Amerikaanse bedrijven als eerste weer gaan hameren op 3,4,5 dagen verplicht op de zaak aanwezig zijn. De ratio achter dat terugdraaien van de klok ontgaat velen. De waarde van vastgoed speelt een grotere rol dat menigeen zich realiseert, net als een bovengemiddelde mate van wantrouwen.
Gelukkig is dat aan de andere kant van de oceaan, hier in Nederland blijft alles bij het oude. Toch? Het antwoord op die vraag is wat complexer dan je denkt. Nee, de klok wordt hier geen 5, 10 of 20 jaar teruggedraaid. Maar dat wil niet zeggen dat alles hier – vanuit de optiek van de werknemer! – koek en ei is.
Ook hier 5 dagen van huis uit werken niet meer de norm, omdat de onderliggende noodzaak er gelukkig niet meer is. Een paar dagen of dagdelen per week in een ruimte zitten met collega’s heeft sociale en commerciële voordelen, dus er is amper gemor te horden.
Echter door het krimpen van het vloeroppervlak is de kantoorwerkplek waar men een deel van de week gebruik van maakt veranderd. Sommige werkgevers hebben de ruimtes tussentijds aangepast, maar dat is echt niet overal het geval.
Het verstrekken van ergonomische muizen en toetsenborden plus goede headsets zijn belangrijk om werken in flex-omgevingen dragelijk te houden. Wie als werkgever alleen daarop focust mist iets belangrijks.
Ruis
Onderzoeken wijzen op een gewijzigde acceptatie van ruis op de werkvloer. Werknemers hebben het bureau op de werkkamer thuis, of zelfs de keukentafel, nu als norm. Daarbij horen begrippen als overzichtelijkheid, bekendheid, warmte, licht, ontbreken van ongewenste geluiden, geuren et cetera. Ruis dus.
Wie als werkgever een ruimte met alleen maar flexplekken heeft bespaart weliswaar geld (want minder huur), maar zijn werknemers zullen het altijd minder vinden dan het thuiswerken. Veelal heeft men niet eens in de gaten wat er aan schort, maar “het gevoel niet lekker te kunnen werken“ werkt door op motivatie en kwaliteit.
Al dan vervolgens ook nog eens iemand meent de klok te kunnen terugdraaien of aankondigt dat er gereorganiseerd gaat worden zal daarom ook een veel sterker verloop initiëren dan voor mogelijk gepland.
Heb je als IT dienstverlener een rol in dat proces? Zie je een deel van bovenstaande terug bij je eigen bedrijf? Misschien iets om de komende periode over na te denken bij het kerstvuur. De brain drain – het vertrek van collega’s – waarbij naast verplichte aanwezigheid ook de onvrede over ruis bij de werkplek op kantoor een rol speelde is schijnbaar nog niet eerder zo hoog geweest.