Buiten het zicht van consumenten is er veel gaande op de glasvezelmarkt. We zien de eerste signalen van verminderde groei en daardoor het aanpassen van de businesscase bij aanbieders.
Aanbieders en providers
De begrippen aanbieders en providers worden makkelijk in de mond genomen en door elkaar gebruikt. Voor de consument is het de partij die maandelijks een factuur stuurt. Op de open glasvezelnetwerken zijn in de regel een dozijn providers per regio actief. Consumenten ouder dan 40 jaar zullen wellicht nog weten dat er voorheen veel meer keuze was tussen internetproviders. Je zou bijna een pubquiz kunnen vullen met het noemen van de partijen die ooit groot en belangrijk waren.
Het vergelijken van het aantal providers tussen toen en nu is iets dat terecht kan rekenen op kritische kanttekeningen door Mathieu Andriessen (NLconnect) en Andrew van der Haar (FCA). Zij wijzen erop dat de benaming ‘provider’ nog steeds wordt gebruikt, maar dat die generieke vlag de lading niet meer dekt. Het is beter om het woord ‘aanbieders’ te gebruiken, en dan bij voorkeur daarbij aangeven om welke laag het gaat.
Nieuwe fase met consolidatie
De consumentenmarkt voor glasvezelinternet is inmiddels in een nieuwe fase beland. Volgens de cijfers van toezichthouder ACM en de laag 1 aanbieders is Nederland op huishoudniveau bijna 100 procent verglaasd. Het moment nadert dat er minder nieuwe business bij kan komen, en dan moet wel consolidatie volgen. Volgens Mathieu en Andrew is dat proces al gaande. Beiden zien dat proces ook spelen op de zakelijke markt. Laag 1-aanbieders met een regionale footprint lopen in dat proces in meerdere opzichten zelfs voor op de grote partijen die zich primair richten op de consumentenmarkt.
De kleinere zakelijke overnames zijn om een aantal redenen zeer interessant. Het aanleggen van een netwerk is echt iets anders dan het commercieel uitbaten. Er zijn partijen die dat inzien en berekenen dat er nu nog rendement kan worden gerealiseerd met het verkopen, terwijl niemand weet of dat over een aantal jaren nog het geval is.
Laag 2 en Laag 3
Als aanbieders op laag 1 minder nieuwe omzet zien binnenkomen, dan betekent dat niet automatisch dat dit laag 2- en laag 3-aanbieders op hetzelfde moment en in dezelfde omvang raakt. Deze twee zullen pas aanzienlijk later hun omzet zien afvlakken. Maar, en dat is een groot verschil, zij kunnen in principe meer diensten ontwikkelen en verkopen en daarmee de omzet per klant verhogen. Een laag 1-aanbieder heeft daar veel minder mogelijkheden. Het is een optie om nog een glasvezel tussen A en B aan te leggen, ook als de concurrent daar al iets heeft liggen. Maar de vraag naar dergelijke ‘overbuilds’ is zeer gering. Het investeringsrisico is daarentegen zeer hoog.
Dan de vraag wat er verder verandert voor de laag 2- en laag 3-aanbieders als overal glasvezel ligt. Het is weinig waarschijnlijk dat er verticale integratie optreedt doordat een laag 1-partij zijn vaste afnemers in laag 2 en 3 opkoopt, zeker als het gaat om de consumentenmarkt. De specialisatie naar de verschillende lagen is er ook niet voor niets gekomen. Mathieu stelt vast dat het aantal aanbieders op laag 3 onder druk staat. Wie daar beter naar kijkt, ziet dat minder aanbod op dat niveau gunstig is voor de partijen die nu al een behoorlijk marktaandeel hebben. Voor innovatie, dus laag 2 en 3, is het echter een slechte ontwikkeling.
MNO – MVNO
Wie door zijn wimpers kijkt, ziet op de glasvezelmarkt ontwikkelingen die lijken op de mobiele markt. Daar maken drie MNO’s de dienst uit, terwijl MVNO’s weinig ruimte lijken te hebben om met innovaties te komen. Dat is min of meer vergelijkbaar met de laag 3-aanbieders op de glasvezelmarkt. Op die mobiele markt verschijnen ook geen nieuwe toetreders meer, want de businesscase is niet meer sluitend te maken. Is dat wat we ook met glasvezel gaan meemaken?
Wat zijn lagen 1, 2 en 3?
Onder laag 1 wordt het fysieke netwerk verstaan, de glasvezelkabels en de pop. Het wordt ook wel de passieve laag genoemd. Laag 2 is in tegenstelling tot laag 1 een actieve laag, want door het belichten van de vezel wordt de verbinding voorbereid op gebruik. Uitsluitend bovenop laag 2 kan laag 3 bestaan. Dat is wat de meeste consumenten de provider noemen, de aanbieder van het daadwerkelijke internetsignaal, televisie en telefoniediensten.
(dit artikel verscheen eerder in ITchannelPRO magazine #04-2024)