Bouwstop
Dat het energieverbruik van datacenters hoog is en steeds verder toeneemt is al jaren bekend. Dat Amsterdam en de directe omgeving daar last van ondervinden was in kleine kring bekend, sinds afgelopen jaar is het een onderwerp dat internationaal voor discussie zorgt. Nog niet eerder is in dit deel van de wereld een bouwstop voor datacenters afgekondigd omdat de stroomcapaciteit het niet verder toelaat.
Wat volgde op het besluit van de stad en regio komt zo uit een cursus public affairs. Datacenters lieten de koepelorganisatie het woord voeren en kwamen met stellingen op de proppen om de schaarste claim te weerleggen. Parallel daaraan zijn activiteiten ontplooid om de publieke opinie en de politiek te paaien. Restwarmte leek daarvoor een goed onderwerp. Als datacenters dat afvalproduct kunnen doorleveren aan huizen en bedrijven kan elders het stroomverbruik worden gereduceerd. Het levert verder een positieve bijdrage aan het milieuvraagstuk, omdat het gebruik van restwarmte voorkomt dat er elders gestookt moet worden voor de verwarming of voor warm water.
De aandacht in de pers voor de restwarmte mogelijkheden was van korte duur. Voor de Amsterdamse politiek is het een lastige materie, mede door de problemen met de eigen afvalcentrale waarvan de restwarmte benut moet worden.
Een nieuw jaar – nieuwe kansen
De AEB weet bovenstaande ook. Dat het vorige week met het persbericht kwam waarin staat dat een reductie van het stroomverbruik tot 40% haalbaar is, is natuurlijk een signaal naar de lokale politiek. De bedrijven die zich verbinden aan dit project laten goede wil zien en een deel hoopt dat het helpt de bouwstop op te schorten of zelfs op te heffen.
Met die agenda is niets mis. Als de sector in staat is het verbruik zo sterk te verminderen dat er geen noodzaak meer voor de bouwstop is dat een mooi resultaat. Wat dat betreft gaat de spreuk “een nieuw jaar – nieuwe kansen” zonder enig voorbehoud op. Er zijn echter een paar punten in het plan die opvallen en elders niet zijn benoemd.
- Als eerste valt op dat enkele individuele datacenters hier de naam aan verbinden. Dat Interxion en IronMountain (voorheen Evoswitch) hier aandoen is goed. Maar waar zijn die andere grote aanbieders en waar is die koepelorganisatie die anders zo graag de pers haalt?
- De deelname van individuele bedrijven valt op. Waren zij überhaupt eerder bij de discussies betrokken?
Al in 2015
De deelname van SURFSara verbaast overigens niet. Het is zelfs volkomen logisch dat deze instelling expliciet wordt genoemd. Reeds in 2015 werd daar – in samenwerking met onder andere de HvA – onderzoek gedaan naar het zuiniger krijgen van datacenters, serverracks en individuele servers. Door te focussen op de servers wist men al snel dat besparingen van tientallen procenten mogelijk waren. Inzetten op met maximaliseren van de virtualisering bleek ook nog eens een makkelijk startpunt. De presentaties uit mei 2015 zijn daarna nog vaker gegeven, het onderzoek liep ook verder.
Ongeïnteresseerd
De belangstelling in de pers voor dit onderzoek was praktisch nihil. Een inmiddels verdwenen tech blog schreef er over, maar de reguliere pers bleef ongeïnteresseerd. Wie ook langs de zijlijn bleven staan waren de gebruikers van servers. De meeste hostingproviders, datacenters en toeleveranciers zagen de voordelen van sturen op een lager stroomverbruik niet in. Alleen voor deze groepen heeft het bericht van de EAB nieuwswaarde.