Er gaat geen week voorbij zonder dat een beheerder of bouwer van datacenters nieuwe plannen bekend maakt waarbij de stroomcapaciteit veel aandacht krijgt. Dat stroom in de communicatie belangrijker is dan vloeroppervlak is niet nieuw. Evenzo speelt al langer dat netbeheerders aangeven dat de aanvragen van dit soort bedrijven het aanbod overschrijden.
Dat in Amsterdam nieuwe datacenters vanwege de grote claims op het stroomaanbod de komende jaren niet welkom zijn is bekend. Frankfurt gaat nog net niet zo ver, maar meerdere partijen hebben de aangekondigde bouwplannen tot na 2030 uitgesteld. In beide gevallen, en het geldt voor veel meer gebieden in Europa en daarbuiten, kunnen netbeheerders de aangevraagde stroomcapaciteit niet leveren.
Kwaliteit
Dat netbeheerders problemen hebben is inmiddels bekend bij de pers en in de politiek. Minder bekend is dat een deel van de problemen minder groot is dan gedacht. Om dat te begrijpen moet gekeken worden naar de kwaliteit van de aanvragen.
Het punt is al eerder ter sprake gekomen, datacenters (en andere grootgebruikers) kunnen capaciteit claimen zonder die direct te gebruiken. Daar mag enkele tijd overheen gaan, wat praktisch is want een datacenter zit niet vanaf de opening in een keer stampvol. De aangevraagde capaciteit is “op de groei”.
“Handdoekje leggen”
Daar kunnen de netbeheerder mee omgaan, moeilijker is het bij aanvragen waarbij getwijfeld moet worden aan de omzetting. Het begrip dat daarbij hoort is “handdoekje leggen”. Door capaciteit te claimen kunnen concurrentie en nieuwe toetreders worden gehinderd. Netbeheerders hebben op dat vlak geen toezichthoudende rol en kunnen daar dus ook niet tegen optreden.
Marketing
Een ander punt van aandacht als het gaat om de kwaliteit van de aanvragen naar stroomcapaciteit is dat het onderdeel is geworden van de marketing van bedrijven. Dat Uptime Institute sinds eind 2023 al diverse keren vraagtekens heeft gezet bij de capaciteit die links en rechts wordt genoemd is een signaal waarvan het belang niet mag worden onderschat.
Messcherpe analyse
Uptime noemt zelden namen van bedrijven of organisaties die hoogst onwaarschijnlijke vermogens claimen. Wie dat wel doen zijn George Kamiya en Vlad C. Coroamă. Dit zijn niet de minste als het gaat om kennis van de markt en het maken van messcherpe analyses.
In maart van dit jaar hebben ze het rapport “Data Centre Energy Use: Critical Review of Models and Results” voor EDNA – IEA 4E TCP gepubliceerd. Voor dit onderzoek is gekeken naar de gepubliceerde cijfers over stroomverbruik van datacenters en de groei daarvan. Puur methodologisch onderzoek, wie heeft wat genoemd, waarop zijn de cijfers gebaseerd en is het gehanteerde model te controleren.
Niet in dank afgenomen
Dit resultaten zullen niet door iedereen in dank worden afgenomen. Dat is waarschijnlijk ook de reden waarom het onderzoek door bepaalde publicaties is genegeerd. De auteurs stellen namelijk vast dat meer dan de helft van de ruim 50 (!) rapportages van analisten, fabrikanten, lobby organisaties en zelfs universiteiten die ze hebben bestudeerd niet kan kloppen.
In de meeste gevallen rammelt de methodiek of wordt geheim gehouden waarop de cijfers zijn gebaseerd. Dat leidt dan tot kwalificeringen als “Low – uses a poor proxy for energy consumption (data centre IP traffic) and unclear methodological basis for efficiency assumptions.” of “N/A – cannot be assessed due to lack of methodological details.”
Projecties kloppen niet
Voor de auteurs is het evident dat het daadwerkelijk stroomgebruik van datacenters lager is algemeen wordt aangenomen. De schattingen die ze zijn tegengekomen laten uitschieters zien die factor vijf (!) hoger uitvallen. In de onderzochte modellen zitten overigens ook projecties die als uitgangspunt een lager stroomverbruik noemen, maar die uitschieters zijn geringer. In beide gevallen, geldt als het startpunt van de meting al niet in orde is, dan is elke voorspelling van groei die daarop is gebaseerd weinig geloofwaardig.
Die constatering heeft nogal wat gevolgen voor de sector, waar trouwens bedrijven tussen zitten die beursgenoteerd zijn. Voor netbeheerders heeft dit ook gevolgen. Zij zouden op basis van deze grondige analyse bevestigd zien dat de kwaliteit van de aanvragen inderdaad niet altijd in orde is.
Politici en journalisten
Aan het eind van de 72 pagina tellende publicatie staan nog praktische aanbevelingen voor alle stakeholders, inclusief politici en journalisten. Als die twee laatste groepen met de “do’s and dont’s” aan de slag gaan kan alle bewust veroorzaakte ruis op de lijn over het stroomverbruik van datacenters worden gehaald.
EED
Dat is niet alleen hard nodig, maar ook onafwendbaar. Aangezien alle datacenters in de EU verplicht zijn een set met gegevens te vertrekken in het kader van de EED zal namelijk sowieso bekend worden wat het echte verbruik is, in plaats van wat in de brochures staat.
(Dit bericht verscheen eerder op DatacenterWorks)
