Hybride werken, de combinatie van thuis en op kantoor werken is de norm. Daar is in Nederland weinig discussie over, in het buitenland ligt dat anders. Toch zal ook daar de volledige werkweek op de zaak doorbrengen moeten worden losgelaten. Twee simpele redenen.
De werknemer, de mens
Een werkgever die op zoek is naar personeel en stug vasthoudt aan 40 uur aanwezigheid op de zaak, zal dan ook best wel lang bezig zijn. Meer geld bieden klinkt leuk, maar is geen goede optie. Het knaagt aan de marge en kan tot ongewenste effecten leiden, zoals een algemene loonsverhoging voor iedereen op de zaak.
Het is makkelijk en vooral goedkoper water bij de wijn te doen als werkgever als het gaat om de uren op de zaak. Goedkoper, omdat daarmee meer kandidaten gevonden kunnen worden en het voorkomt dat personeel opstapt, omdat hybride werken elders wel kan.
Het milieu
En dan is er nog een argument waarom werkgevers hybride werken niet langer kunnen negeren, het milieu. Vanaf die jaar gaan organisaties voor het eerste de ESG data verzamelen en bijhouden. Daarmee kunnen ze vanaf 2024 doen aan de wettelijke eisen voor rapportages over milieucomponenten zoals CO2 uitstoot, waterverbruik en nog veel meer.
Je hoeft geen rekenwonder te zijn om te snappen dat hybride werken zorgt voor een behoorlijke vermindering van de milieubelasting van en rond de zaak. Woon-werkverkeer neemt af, de uitstoot van de leaseauto’s idem. Het waterverbruik, de hoeveelheid afval die wekelijks wordt afgevoerd, echt alles gaat met sprongen naar beneden.
Natuurlijk ziet de criticus dat door thuiswerken het probleem van uitstoot en afval deels wordt verplaatst. Dat klopt volledig, maar de scope van ESG rapportages is tot nader order het kantoor, de fabriek, het bedrijfspand. Er wordt niet achter de voordeur van elke werknemer gekeken en gemeten.
Win-Win
Puur vanuit de werkgever beredeneerd is het toestaan van hybride werken een win-win die zomaar in de schoot wordt geworpen. Zoiets komt niet veel voor.
(*) dat niet elke baan geschikt is voor een hybride werkplek invulling is bekend. Ook bekend is dat het aantal geringer is dan wel eens wordt aangenomen.