Woensdagochtend is via Duitse kanalen bekend gemaakt dat het Deense Demant kritisch kijkt naar de activiteiten van dochteronderneming EPOS.
EPOS voert zoals bekend slechts een deel van het portfolio dat vroeger door Sennheiser werd geleverd. Het bedient ook nog eens wezenlijk andere markten dan moeder Demant, B2B, professionals en gamers. Schijnbaar zijn dat markten die minder groei doormaken dan Demant hoopte. Het kan ook zijn dat men op het hoofdkantoor van de Denen tot het inzicht is gekomen dat in dit geval te weinig sprake is van elkaar versterkende onderdelen. Dan is er geen synergie effect mogelijk.
Nieuws met vertraging
De eerste meldingen over de ontwikkelingen bij Demant – EPOS druppelden woensdagochtend binnen via de Duitse kanalen. Logisch, want daar wordt alles dat uit de stal van Sennheiser komt veel meer omarmd en gevolgd dan in Nederland. Het nieuws was weliswaar vers van de pers voor de Duitse markt, Deense krantenlezers hebben het maandag al voorbij zien komen. Toen is ook de Engelse versie van de melding online gezet. Nederland volgt dus met nog weer een dag vertraging.
De berichtgeving bij de buren is zakelijk en iedereen benadrukt dat het op dit moment niet mogelijk is te voorspellen wat er gaat gebeuren. Een deel van de pers heeft het over aan boord halen van externe financiers, een ander deel over verkoop.
Te verschillende markten?
Dat de pers verschillend denkt over de toekomst is niet vreemd. Overeenstemming heerst er wel over de producten van EPOS. Iedereen hanteert termen als premium, bekendheid, imago. Misschien is dat ook de kern van het vraagstuk. Voor het in de markt zetten van audioproducten spelen hele andere criteria een rol dan voor medische hulpmiddelen.
Anders gezegd: wie weet zijn de merken en producten gewoon te verschillend om door een bedrijf gevoerd te worden. Volgens Søren Nielsen, ceo van Demant, zal rond de helft van dit jaar meer bekend zijn. Tegen die tijd zal het nieuws waarschijnlijk weer de route Deense media, Duitse media en dan de Nederlandse kanalen volgen.